ECLI:NL:RVS:2010:BL9580

Raad van State

Datum uitspraak
31 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200907395/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • I.M. van der Heijden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Herziening Eemspoort Hunzezone en de rechtszekerheid van bestemmingsplannen

Op 31 maart 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen de besloten vennootschap Eemsland B.V. en de raad van de gemeente Groningen. De zaak betreft het bestemmingsplan 'Herziening Eemspoort Hunzezone', dat op 17 juni 2009 door de raad is vastgesteld. Eemsland B.V. heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, omdat zij het niet eens was met de bestemming 'Bedrijf (B)' en de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)' voor haar perceel aan de Euvelgunnerweg 37a. Eemsland B.V. betoogde dat de planregels onvoldoende duidelijkheid boden over wat onder 'bedrijf' moet worden verstaan en dat de raad niet deugdelijk had gemotiveerd waarom de vestiging van drie bedrijven met bijbehorende woningen op haar perceel in strijd zou zijn met een goede ruimtelijke ordening.

De Afdeling heeft de zaak op 24 februari 2010 ter zitting behandeld. Eemsland B.V. voerde aan dat de raad in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel had gehandeld door geen duidelijke definitie van 'bedrijf' op te nemen in de planregels. Daarnaast stelde zij dat de raad ongelijk had gehandeld door aan andere percelen een groter bouwperceel toe te kennen, wat volgens haar in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. De raad verdedigde zijn standpunt door te stellen dat het bestemmingsplan gericht is op het behoud en de ontwikkeling van de ecologische waarden van de Hunzezone.

De Afdeling oordeelde dat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat het plandeel met de bestemming 'Bedrijf (B)' en de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)' voor het perceel van Eemsland B.V. strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling vond dat de planregels voldoende duidelijkheid boden en dat de belangen van de raad zwaarder wogen dan de particuliere belangen van Eemsland B.V. Het beroep van Eemsland B.V. werd ongegrond verklaard, en de Afdeling concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200907395/1/R3.
Datum uitspraak: 31 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eemsland B.V., gevestigd te Oudeschip, gemeente Eemsmond,
appellante,
en
de raad van de gemeente Groningen,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 juni 2009 heeft de raad van de gemeente Groningen (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Herziening Eemspoort Hunzezone" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eemsland B.V. (hierna: Eemsland B.V.) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 september 2009, beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 16 oktober 2009.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 februari 2010, waar Eemsland B.V., vertegenwoordigd door [directeur], bijgestaan door W. Hilbink, werkzaam bij ARAG Rechtsbijstand, en de raad, vertegenwoordigd door drs. J.A. Klok, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het plan is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de zogenoemde Hunzezone, de ecologische verbindings- en bufferzone tussen de bedrijventerreinen Euvelgunne en Eemspoort, door het tegengaan van ongewenst gebruik en ongewenste bebouwing. Daarbij legt het plan de bestaande woon- en werkkavels in het gebied vast.
2.2. Het beroep is gericht tegen het plandeel met de bestemming "Bedrijf (B)" en de aanduiding "bedrijfswoning (bw)" voor het perceel van Eemsland B.V. aangeduid als Euvelgunnerweg 37a.
Ten eerste betoogt Eemsland B.V. dat in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel in de planregels niet is gedefinieerd wat onder "bedrijf" moet worden verstaan.
Voorts is volgens Eemsland B.V. niet gemotiveerd, althans niet deugdelijk, dat de door haar gewenste vestiging van drie bedrijven met drie bedrijfswoningen op één bestemmingsvlak, anders dan in het vorige plan, thans in strijd is met een goede ruimtelijk ordening. Hierbij voert zij aan dat zij de raad heeft aangeboden een stedenbouwkundig plan te overleggen dat goed aansluit bij de ecologische Hunzezone. Daarnaast stelt Eemsland B.V. dat de realisering van meer bedrijfswoningen zou bijdragen aan de sociale veiligheid langs de Euvelgunnerweg.
Verder betoogt Eemsland B.V. dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel aan de percelen Euvelgunnerweg 27 en 30 een groter bouwperceel is toegekend, zodat volgens haar ter plaatse meer bebouwing is toegelaten dan op haar perceel. In dit kader stelt zij dat de bepaling over de berekening van de toegelaten bebouwingsoppervlakte voor die percelen in artikel 4.2.2, aanhef en onder b, van de planregels, niet als zodanig door de raad is vastgesteld, maar eerst na de vaststelling aan het plan is toegevoegd.
2.2.1. Ingevolge artikel 4.1 van de planregels, voor zover hier van belang, zijn de voor bedrijf aangewezen gronden bestemd voor bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 in de bij het plan behorende Lijst van bedrijfstypen, met uitsluiting van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en detailhandel, alsmede voor bedrijven die hier bestaan op het tijdstip van de tervisielegging van dit plan. Het perceel Euvelgunnerweg 37a is mede bestemd voor agrarisch gebruik.
Ingevolge artikel 4.2.2, aanhef en onder a, mogen de bedrijfsgebouwen uitsluitend binnen de op de kaart aangegeven twaalf bestemmingsvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat per bestemmingsvlak niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn. De op de kaart aangegeven bestemmingsvlakken mogen niet worden gesplitst met als doel de vestiging van meerdere bedrijven met bijbehorende bedrijfswoningen mogelijk te maken. Voor de bestaande gebouwen van de melkveehouderij op het perceel Euvelgunnerweg 37a geldt dat deze mogen worden gebruikt voor meerdere vormen van bedrijfsdoeleinden als bedoeld in milieucategorie 1 en 2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Lijst van Bedrijfstypen. Voor het gehele perceel Euvelgunnerweg 37a geldt dat hierop niet meer dan één bedrijfswoning mag worden opgericht. Het toevoegen van één of twee extra bedrijfswoningen is niet toegestaan.
Ingevolge artikel 4.2.2, aanhef en onder b, mag de grootte van het bouwperceel voor het bedrijf niet meer dan 0,5 hectare bedragen met een maximum bebouwingspercentage van 50%, dat wil zeggen 2.500 m². De totale oppervlakte bedrijfsbebouwing (bedrijfsgebouw(en) + bedrijfswoning) mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 2.500 m². Voor de berekening van het bebouwingspercentage van de percelen Euvelgunnerweg 27 en 30 (appelhofjes) geldt dat moet worden uitgegaan van de totale oppervlakte van het bestaande kadastrale perceel (situatie mei 2009).
Ingevolge artikel 4.2.2, aanhef en onder h, mag het totale aantal bedrijfswoningen in deze bestemmingsplanherziening maximaal elf bedragen. Daarvoor zijn op de plankaart elf locaties met de aanduiding "bedrijfswoning (bw)" aangewezen. Per bestemmingsvlak is niet meer dan één bedrijfswoning toegestaan.
2.2.2. Uit artikel 4.1 en artikel 4.2.2, aanhef en onder a, van de planregels, bezien in samenhang met de plankaart, volgt dat op de gronden waaraan één vlak met de bestemming "Bedrijf (B)" is toegekend, zoals het perceel van Eemsland B.V. aangeduid als Euvelgunnerweg 37a, één bedrijf is toegelaten dat is opgenomen in de Lijst van bedrijfstypen bij de planregels en daarin is vermeld als bedrijfstype van categorie 1 of 2. De Afdeling ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de planregels daarmee onvoldoende duidelijkheid bieden over de toegelaten bedrijvigheid. Dit betoog faalt derhalve.
2.2.3. Zoals de raad bij zijn afweging heeft betrokken, mag de bestaande bedrijfsbebouwing op het perceel Euvelgunnerweg 37a worden gebruikt voor diverse vormen van kleinschalige bedrijvigheid. Voorts heeft de raad de door Eemsland B.V. gewenste mogelijkheden op goede gronden in strijd geacht met het beleid gericht op het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de Hunzezone, in verband waarmee zo weinig mogelijk nieuwbouw wordt toegestaan. Het handhaven van de mogelijkheid in het vorige plan om een cluster van maximaal drie aaneengrenzende bedrijven met elk een bouwperceel van maximaal 0,5 hectare en een afstand van tenminste 50 meter tot andere bedrijfspercelen te realiseren, zo deze mogelijkheid voor het perceel Euvelgunnerweg 37a al bestond, zou in strijd zijn met dit beleid. Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad in redelijkheid een groter gewicht kunnen toekennen aan de algemene belangen die met dit beleid aan de orde zijn dan aan het particuliere economische belang van Eemsland B.V. bij de mogelijkheid van splitsing van haar bestaande perceel ten behoeve van de vestiging van drie bedrijven met bedrijfswoningen.
2.2.4. Wat betreft de stelling dat het voornoemde artikel 4.2.2, aanhef en onder b, van de planregels niet als zodanig is vastgesteld, is gebleken dat het voorstel tot wijziging van deze bepaling is opgenomen in de brief van het college van burgemeester en wethouders aan de leden van de raadscommissie Werk en Inkomen van 25 mei 2009, die volgens de raad op de gebruikelijke wijze aan de raadsleden ter beschikking is gesteld door terinzagelegging bij de stukken ten behoeve van de vaststelling van het plan. Derhalve heeft dit wijzigingsvoorstel ten grondslag gelegen aan het vaststellingsbesluit en is het gewijzigde artikel 4.2.2, aanhef en onder b, met de vaststelling van het plan daaraan toegevoegd. Dit betoog faalt derhalve.
2.2.5. Ten aanzien van de door Eemsland B.V. gemaakte vergelijking met de situaties van de percelen Euvelgunnerweg 27 en 30 heeft de raad ter zitting toegelicht dat deze situaties per saldo niet verschillen van de situatie voor het perceel Euvelgunnerweg 37a, omdat ook op die percelen op basis van het voorliggende plan ter plaatse niet meer dan 2500 m² aan bebouwing mogelijk is. Eemsland B.V. heeft dit niet weersproken. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat Eemsland B.V. door de bepaling over de toegelaten bebouwing op de percelen Euvelgunnerweg 27 en 30 is benadeeld ten opzichte van die percelen.
2.2.6. De conclusie is dat hetgeen Eemsland B.V. heeft aangevoerd, geen aanleiding geeft voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plandeel met de bestemming "Bedrijf (B)" en de aanduiding "bedrijfswoning (bw)" voor het perceel Euvelgunnerweg 37a strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit op dit punt anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is in zoverre ongegrond.
2.3. Eemsland B.V. betoogt voorts dat aan een deel van haar perceel ten onrechte de bestemming "Natuur (N)" is toegekend. Daartoe voert zij aan dat bij het vorige bestemmingsplan "Eemspoort" door het college van gedeputeerde staten goedkeuring was onthouden aan de wijziging van de daarvóór geldende agrarische bestemming van het perceel.
2.3.1. De raad stelt zich op het standpunt dat een kleine "snipper" agrarisch gebied langs de Euvelgunnerweg ongewenst zou zijn, nu dit deel van het perceel onderdeel uitmaakt van de totale Hunzezone. Voorts is binnen de bestemming "Natuur (N)" agrarisch medegebruik toegestaan, zodat Eemsland B.V. volgens de raad niet ernstig wordt benadeeld.
2.3.2. Eemsland B.V. heeft noch in het beroepschrift noch ter zitting onderbouwd in welke zin de raad het besluit in zoverre onvoldoende heeft gemotiveerd. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plandeel met de bestemming "Natuur (N)" voor een deel van het perceel Euvelgunnerweg 37a strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ook in zoverre ongegrond.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Van der Heijden
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 maart 2010
516-649.