ECLI:NL:RVS:2010:BL9573

Raad van State

Datum uitspraak
22 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200908263/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Ovezande

Op 17 september 2009 heeft de raad van de gemeente Borsele het bestemmingsplan "Ovezande, gedeelte woningbouwlocatie-sportcomplex Nieuwstraat" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, wonend te Ovezande, beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn beroep heeft aangevuld met brieven op 24 november en 21 december 2009. Tevens heeft de verzoeker op 23 december 2009 verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft het verzoek op 3 maart 2010 ter zitting behandeld, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door L.H. Mooij en de raad door mr. A.I. Elling en J. Mol.

De voorzitter heeft overwogen dat het verzoek van de verzoeker betrekking heeft op het plandeel met de bestemming "Groen" dat de windsingels ten westen en ten noorden van de voorziene woningen betreft. De verzoeker stelt dat het behoud van deze windsingels noodzakelijk is voor de vleermuizen die deze gebieden gebruiken als habitat en foerageergebied. De raad heeft echter verklaard dat de windsingels niet zullen worden gekapt voordat er een uitspraak in de bodemprocedure is gedaan.

De voorzitter concludeert dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de gemeente heeft aangegeven dat er geen aanvang zal worden gemaakt met de uitgifte van de gronden voor woningbouw. Het verzoek wordt afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 22 maart 2010 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

200908263/2/R2.
Datum uitspraak: 22 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers] (hierna in enkelvoud: [verzoeker]), wonend te Ovezande, gemeente Borsele,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Borsele,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 september 2009 heeft de raad het bestemmingsplan "Ovezande, gedeelte woningbouwlocatie-sportcomplex Nieuwstraat" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 oktober 2009, beroep ingesteld. [verzoeker] heeft zijn beroep aangevuld bij brieven van 24 november 2009 en 21 december 2009.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 december 2009, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 3 maart 2010, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door L.H. Mooij, en de raad, vertegenwoordigd door mr. A.I. Elling en J. Mol, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het plan voorziet in de verplaatsing van het bestaande sportpark aan de zuidoostzijde van de kern Ovezande naar de naastgelegen gronden en woningbouw op de huidige plaats van het sportpark.
2.3. Het verzoek van [verzoeker] heeft betrekking op het plandeel met de bestemming "Groen" ter plaatse van de windsingels die ten westen en ten noorden van de voorziene woningen liggen, achter de bestaande woningen aan de Strobbelhoekstraat. Hij verzoekt om het plan op dit punt te schorsen, onder meer omdat volgens hem het behoud van de windsingels noodzakelijk is voor de vleermuizen die deze windsingels gebruiken als habitat en als foerageergebied. De raad wil de windsingels vervangen door nieuwe beplanting.
2.4. De gemeente is eigenaresse van de gronden waarop de bestemming rust waarop het verzoek betrekking heeft. Volgens de raad hangt het vervangen van de windsingels samen met de voorziene woningbouw. Ter zitting heeft de raad verklaard dat geen aanvang wordt gemaakt met de uitgifte van de gronden waarop woningbouw is voorzien en dat de betrokken windsingels niet worden gekapt, voordat de Afdeling uitspraak zal hebben gedaan in de bodemprocedure. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat een spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.E. Troost, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Troost
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 maart 2010
234-618.