ECLI:NL:RVS:2010:BL8714

Raad van State

Datum uitspraak
24 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200905784/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunning voor in-/uitrit ten behoeve van zorgcentrum Oudergaard te Kortenhoef

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 juni 2009. De rechtbank had eerder het beroep van de appellanten ongegrond verklaard tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren, dat op 14 maart 2007 vergunning verleende aan Auxilium Zorg en Welzijn voor het maken van een in-/uitrit ten behoeve van de nieuwbouw van zorgcentrum Oudergaard te Kortenhoef. De appellanten stelden dat de vergunning tot een verkeersonveilige situatie zou leiden, gebaseerd op een advies van Veilig Verkeer Nederland van 27 mei 2008. Het college had echter het bezwaar van de appellanten ongegrond verklaard en de rechtbank had deze beslissing bevestigd.

Tijdens de zitting op 15 februari 2010 werd de zaak behandeld, waarbij de appellanten werden bijgestaan door hun advocaat, mr. W. Visser, en het college werd vertegenwoordigd door mr. A. van Dekken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de argumenten van de appellanten beoordeeld, maar oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het college de vergunning niet onterecht had verleend. De Afdeling concludeerde dat de appellanten geen nieuwe, overtuigende argumenten hadden aangedragen die de eerdere beslissing konden ondermijnen.

De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar gedaan op 24 maart 2010.

Uitspraak

200905784/1/H1.
Datum uitspraak: 24 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant A] en [appellant B], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 juni 2009 in zaak nr. 07/3308 in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B]
en
het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren.
1. Procesverloop
Bij besluit van 14 maart 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren (hierna: het college) aan Auxilium Zorg en Welzijn vergunning verleend voor het maken van een in-/uitrit ten behoeve van de nieuwbouw van zorgcentrum Oudergaard te Kortenhoef.
Bij besluit van 3 juli 2007, verzonden op 10 juli 2007, heeft het college het door [appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]) daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 25 juni 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 augustus 2009, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak, gelijktijdig met zaak nr.
200905810/1/H1, ter zitting behandeld op 15 februari 2010, waar [appellant B], bijgestaan door mr. W. Visser, en het college, vertegenwoordigd door mr. A. van Dekken, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De in geding zijnde in-/uitrit (hierna: de uitrit) voorziet in de ontsluiting van zorgcentrum Oudergaard op de Kerklaan.
2.2. Ingevolge artikel 2.1.5.3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Wijdemeren (hierna: de APV) is het verboden zonder vergunning van het college een uitweg te maken naar de weg.
Ingevolge het derde lid, aanhef en onder b, kan de vergunning worden geweigerd in het belang van het veilig en doelmatig gebruik van de weg.
2.3. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat uit het door hem in beroep overgelegde advies van Veilig Verkeer Nederland van 27 mei 2008 volgt dat het toevoegen van een uitrit op de Kerklaan tot een verkeersonveilige situatie kan leiden en dat het college dit advies ten onrechte niet heeft weerlegd met een verkeerskundig advies.
2.4. Het betoog is een niet nader gemotiveerde herhaling van hetgeen in beroep is aangevoerd. In de overwegingen van de aangevallen uitspraak is de rechtbank hierop uitvoerig ingegaan. [appellant] heeft in het hoger beroepschrift geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende gronden in de aangevallen uitspraak onjuist, dan wel onvolledig zou zijn. Gelet hierop kan het aangevoerde niet leiden tot vernietiging van de aangevallen uitspraak, waarbij de Afdeling voor wat betreft hetgeen [appellant] heeft aangevoerd met betrekking tot de verkeersveiligheid verwijst naar haar uitspraak van heden tussen partijen met zaak nr.
200905810/1/H1.
Het betoog faalt.
2.5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. S.F.M. Wortmann en mr. J. Hoekstra, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2010
392.