ECLI:NL:RVS:2010:BL7718

Raad van State

Datum uitspraak
9 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200905408/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.C.K.W. Bartel
  • R.I.Y. Lap
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan 'Binnen de Veste' van de gemeente Zwartewaterland

Op 28 mei 2009 heeft de raad van de gemeente Zwartewaterland het bestemmingsplan 'Binnen de Veste' vastgesteld. Tegen dit besluit hebben verschillende verzoekers, wonend in de gemeente Zwartewaterland, op 11 augustus 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening, die op 22 februari 2010 ter zitting is behandeld. De verzoekers zijn bijgestaan door een gemachtigde, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door drs. M.R. Pot en D.T. van der Zwaag.

Het verzoek van de verzoekers richtte zich specifiek tegen de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren in het groen (sv-pig)' die rust op drie plandelen met de bestemming 'Groen (G)' aan de Van Nahuyskade te Hasselt. De verzoekers stelden dat er geen behoefte is aan het gebruik van de gehele groenstrook voor parkeerplaatsen. Tijdens de zitting verklaarde het gemeentebestuur dat er geen verzoek om verlening van een aanlegvergunning voor het aanbrengen van oppervlakteverhardingen in procedure zou worden gebracht, noch andere werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen zouden worden uitgevoerd voordat de Afdeling uitspraak had gedaan in de hoofdzaak.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, en wees het verzoek af. Hij merkte op dat, mocht er toch met de aanleg van parkeerplaatsen worden begonnen, de verzoekers opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening konden indienen. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 maart 2010.

Uitspraak

200905408/2/R3.
Datum uitspraak: 9 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], allen wonend te [woonplaats], gemeente Zwartewaterland,
en
de raad van de gemeente Zwartewaterland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 mei 2009 heeft de raad van de gemeente Zwartewaterland het bestemmingsplan "Binnen de Veste" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 augustus 2009, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 februari 2010, waar [verzoekers], van wie [verzoeker], bijgestaan door [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door drs. M.R. Pot en D.T. van der Zwaag, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek van [verzoekers] richt zich tegen de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren in het groen (sv-pig)' die rust op de drie plandelen met de bestemming "Groen (G)" aan de Van Nahuyskade te Hasselt. Zij verzoeken om het plan op dit punt te schorsen, onder meer omdat de behoefte aan het gebruik van de gehele groenstrook voor parkeerplaatsen volgens hen ontbreekt.
2.3. De gemeente is eigenaresse van de gronden waarop de aanduiding rust waarop het verzoek betrekking heeft. Ter zitting heeft het gemeentebestuur verklaard dat het ten aanzien van deze gronden geen verzoek om verlening van een aanlegvergunning voor het aanbrengen van oppervlakteverhardingen in procedure zal brengen en dat evenmin andere werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen zullen worden uitgevoerd voordat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat een spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt. Het verzoek daartoe wordt afgewezen.
De voorzitter wijst erop dat, mocht hangende het beroep toch aanvang worden gemaakt met de aanleg van parkeerplaatsen, [verzoekers] opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening kunnen indienen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.I.Y. Lap, ambtenaar van Staat.
w.g. Bartel w.g. Lap
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2010
288-618.