ECLI:NL:RVS:2010:BL7007

Raad van State

Datum uitspraak
4 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200908519/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake vergunning voor verplaatsing manege nabij Natura 2000-gebied de Veluwe

Op 4 maart 2010 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door de stichting Stichting tot behoud natuurwaarden Konijnenkamp Engelanderenk en anderen tegen het college van gedeputeerde staten van Gelderland. Het college had op 23 september 2009 een vergunning verleend voor de verplaatsing van manege Riant van Bruggelerweg 4 te Beekbergen naar Spelderholt te Beekbergen, nabij het Natura 2000-gebied de Veluwe. De stichting en anderen maakten bezwaar tegen dit besluit en vroegen de voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen.

Tijdens de zitting op 8 februari 2010 werd het verzoek behandeld. De voorzitter oordeelde dat het besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn van 9 juli 2009, dat het bestemmingsplan "Spelderholt-Riant" vaststelde, was geschorst. Dit bestemmingsplan maakte de vergunde activiteiten mogelijk. Door de schorsing konden de vergunde activiteiten niet plaatsvinden, wat leidde tot de conclusie dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening.

De voorzitter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het voorlopige karakter van het oordeel van de voorzitter, dat niet bindend is in de bodemprocedure. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

200908519/2/R2.
Datum uitspraak: 4 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de stichting Stichting tot behoud natuurwaarden Konijnenkamp Engelanderenk en [verzoeker sub 2], gevestigd te [plaats], gemeente Apeldoorn, en anderen,
verzoekers,
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 september 2009, no. 2009-006110, heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) een vergunning onder voorschriften verleend als bedoeld in artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998) voor onder meer het verplaatsen van manege Riant van Bruggelerweg 4 te Beekbergen naar Spelderholt te Beekbergen, in de nabijheid van het Natura 2000-gebied de Veluwe.
Tegen dit besluit hebben de stichting Stichting tot behoud natuurwaarden Konijnenkamp Engelanderenk en [verzoeker sub 2] (hierna: de SBNE) en anderen bezwaar gemaakt.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 november 2009, hebben de SBNE en anderen de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De SBNE en anderen en [partij] hebben nadere stukken ingediend. De voorzitter heeft het verzoek, tezamen met zaak nr.
200907569/2/R3, ter zitting behandeld op 8 februari 2010, waar de SBNE en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. P.F.H.A. Tillie, ir. A. Fopma en ir. C.A. Borggreve, allen werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord [partij], vertegenwoordigd door mr. J. van Groningen, advocaat te Middelharnis, [gemachtigden].
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Bij uitspraak van heden in zaak nr.
200907569/2/R3, heeft de voorzitter het besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn van 9 juli 2009, waarbij het bestemmingsplan "Spelderholt-Riant" is vastgesteld, geschorst. Nu dit bestemmingsplan de activiteiten waarop de verleende vergunning betrekking heeft planologisch mogelijk maakt, brengt deze schorsing met zich dat de vergunde activiteiten vooralsnog niet kunnen plaatsvinden. Onder deze omstandigheden is de voorzitter van oordeel dat thans geen sprake is van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.
2.3. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. T.A. Oudenaarden, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Oudenaarden
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2010.
568-608.