ECLI:NL:RVS:2010:BL5989
Raad van State
- Hoger beroep
- T.M.A. Claessens
- H. Vonk
- H.H.C. Visser
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening voor minderjarige vreemdeling in het kader van asielaanvraag
In deze zaak heeft de Raad van State op 23 februari 2010 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een minderjarige vreemdeling. De vreemdeling had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, die op 18 februari 2010 zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had afgewezen. De vreemdeling wees in zijn verzoek op het ontbreken van voogdijvoorzieningen in Malta en op interim measures die door de president van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens waren getroffen, waaronder een maatregel in een Nederlandse zaak. Gezien de aankondiging dat de vreemdeling op korte termijn zou worden uitgezet, besloot de voorzitter van de Raad van State het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzitter oordeelde dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er een beslissing was genomen op het hoger beroep. Tevens werd de staatssecretaris van Justitie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 437,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. De zitting voor de behandeling van het hoger beroep werd gepland op 2 maart 2010.