ECLI:NL:RVS:2010:BL0743

Raad van State

Datum uitspraak
27 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904270/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijstelling en bouwvergunning voor woningbouwproject Marinehospitaal Overveen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de vereniging Vereniging Marinehospitaalterrein en anderen tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had op 4 juni 2009 het beroep van de vereniging ongegrond verklaard, dat zich richtte tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal. Dit besluit, genomen op 30 oktober 2008, verleende vrijstelling voor een woningbouwproject op het terrein van het voormalige Marinehospitaal te Overveen en verleende bouwvergunning voor de oprichting van twee appartementgebouwen, aangeduid met de letters C en D, en voor de wijziging van appartementgebouw A.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 22 december 2009 ter zitting behandeld. De vereniging was vertegenwoordigd door mr. G.H.L. Weesing, terwijl het college werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente en bijgestaan door mr. P.H. Revermann. BAM Vastgoed was ook als partij aanwezig, vertegenwoordigd door ir. W. Schaafsma en mr. J.R. van Angeren.

De Afdeling oordeelde dat de rechtbank ten onrechte niet had onderzocht of alle natuurlijke personen die beroep hadden ingesteld, belanghebbenden waren in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. De Afdeling verklaarde het hoger beroep van de bewoners gegrond en vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor zover het beroep van hen ongegrond was verklaard. De rechtbank had het beroep van deze bewoners ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De Afdeling bevestigde de uitspraak voor het overige en wees de proceskostenveroordeling af.

Uitspraak

200904270/1/H1.
Datum uitspraak: 27 januari 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging Vereniging Marinehospitaalterrein, gevestigd te Overveen, gemeente Bloemendaal, en anderen,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 4 juni 2009 in zaak
nr. 08-7712 in het geding tussen:
de vereniging Vereniging Marinehospitaalterrein en anderen
en
het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal.
1. Procesverloop
Bij besluit van 30 oktober 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal (hierna: het college) aan BAM Vastgoed B.V. (hierna: BAM Vastgoed) vrijstelling verleend voor het woningbouwproject op het terrein van het voormalige Marinehospitaal te Overveen (hierna: het terrein) en bouwvergunning voor het oprichten van twee appartementgebouwen, onderscheidenlijk aangeduid met de letters C en D, en voor wijziging van het appartementgebouw aangeduid met de letter A.
Bij uitspraak van 4 juni 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) het door de vereniging Vereniging Marinehospitaalterrein en anderen (hierna: de vereniging en anderen) daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben de vereniging en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2009, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 26 juni 2009.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De vereniging en anderen hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 december 2009, waar de vereniging en anderen, vertegenwoordigd door mr. G.H.L. Weesing, advocaat te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door A.J. Jansen en T. Kokke, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, en bijgestaan door mr. P.H. Revermann, zijn verschenen. Voorts is daar BAM Vastgoed, vertegenwoordigd door ir. W. Schaafsma en bijgestaan door mr. J.R. van Angeren, advocaat te Amsterdam, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het gehele op het terrein voorziene project "Park Tetrode" voorziet in de realisatie van 85 woningen en de herinrichting van het terrein van het voormalige Marinehospitaal te Overveen. De woningen worden gerealiseerd in 5 appartementengebouwen, aangeduid met de letters A, B, C, D en E. Voor de oprichting van de appartementgebouwen A, B en E heeft het college reeds bij besluit van 10 juni 2008 vrijstelling en bouwvergunning verleend. Het daartegen ingestelde beroep is bij uitspraak van de rechtbank van 13 januari 2009 ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 26 augustus 2009 in zaak nr.
200900324/1/H1heeft de Afdeling het daartegen door de vereniging en anderen ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard. Het bouwplan dat thans ter beoordeling staat, betreft de oprichting van de appartementgebouwen C en D en wijziging van appartementgebouw A.
2.2. Evenals in de uitspraak van 26 augustus 2009 overweegt de Afdeling dat de rechtbank ten onrechte niet heeft onderzocht of alle natuurlijke personen die beroep hebben ingesteld, belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) zijn. Dat, zoals door de vereniging en anderen is betoogd, het antwoord op die vraag niet van invloed is op de inhoudelijke beoordeling van het beroep omdat een aantal van hen wel belanghebbende is, maakt dat niet anders, aangezien ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Awb slechts een belanghebbende tegen een besluit bij de rechtbank beroep kan instellen.
De afstand van de percelen van [bewoners] tot de plaats van de appartementengebouwen bedraagt enige honderden meters. Gelet op de omvang van het voorliggende bouwplan, zijn de belangen van [bewoners] onder die omstandigheden niet rechtstreeks bij het in beroep bestreden besluit betrokken, als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. De rechtbank heeft het door hen ingestelde beroep tegen het besluit van 30 oktober 2008 derhalve ten onrechte niet niet-ontvankelijk verklaard.
2.3. Het hoger beroep, voor zover ingesteld door [bewoners], is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd, voor zover het beroep, voor zover door hen ingesteld, ongegrond is verklaard. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling dat beroep in zoverre alsnog niet-ontvankelijk verklaren.
2.4. Ingevolge het bestemmingsplan "Zijlweg-West e.o." (hierna: het bestemmingsplan) rust op het terrein de bestemming "Uitwerkingsgebied U2". Het project is met het bestemmingsplan in strijd. Om realisering ervan toch mogelijk te maken, heeft het college krachtens artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling daarvan verleend.
2.5. In het hoger beroepschrift inzake de verleende vrijstelling en bouwvergunning voor de appartementgebouwen C en D en wijziging van appartementgebouw A hebben de vereniging en anderen geen andere gronden aangevoerd dan met betrekking tot de verleende vrijstelling en bouwvergunning voor de oprichting van appartementgebouwen A, B en E. De Afdeling heeft die gronden in de uitspraak van 26 augustus 2009 gemotiveerd verworpen. Nu beide bouwplannen niet wezenlijk van elkaar verschillen en de vereniging en anderen desgevraagd ter zitting te kennen hebben gegeven dat hun bezwaren tegen de thans in geding zijnde bouw in hetzelfde perspectief staan als hun bezwaren tegen het bouwplan dat in voormelde uitspraak ter beoordeling stond, ziet de Afdeling geen aanleiding thans tot een ander oordeel te komen.
2.6. Het hoger beroep is in zoverre ongegrond. De aangevallen uitspraak dient in zoverre te worden bevestigd.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het door [bewoners] ingestelde hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 4 juni 2009 in zaak nr. 08-7712, voor zover daarbij het door [bewoners] ingestelde beroep ongegrond is verklaard;
III. verklaart het bij de rechtbank in die zaak ingestelde beroep, voor zover ingesteld door [bewoners], niet-ontvankelijk;
IV. bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige.
Aldus vastgesteld door mr. P. van Dijk, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. C.J. Borman, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Dijk w.g. Lodder
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 januari 2010
17-552.