ECLI:NL:RVS:2010:BK8984
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- V. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Handhaving van bouwvergunningseisen voor caravans in Lingewaard
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin het college van burgemeester en wethouders van Lingewaard op straffe van een dwangsom heeft gelast dat appellanten een stacaravan en een toercaravan van hun perceel moeten verwijderen. Het college heeft op 8 mei 2008 een besluit genomen waarin deze last is opgelegd, omdat voor het aanwezig hebben van de caravans een bouwvergunning vereist is, die niet is verleend. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft dit bezwaar ongegrond verklaard op 10 september 2008. De rechtbank Arnhem heeft op 2 juni 2009 het beroep van appellanten tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
Appellanten hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij zij betogen dat de rechtbank heeft miskend dat bijzondere omstandigheden het college hadden moeten brengen om van handhavend optreden af te zien. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het college geen concreet zicht op legalisatie heeft aangenomen. Het college was niet bereid om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Bovendien hebben appellanten niet aannemelijk gemaakt dat zij in een onmogelijke situatie verkeren wat betreft het vinden van vervangende woonruimte, aangezien zij bij een woningstichting als woningzoekenden zijn ingeschreven en eerder aangeboden woningen hebben afgewezen.
De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 13 januari 2010.