Uitspraak
200900351/1/H1.
Datum uitspraak: 30 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten 1], wonend te [woonplaats], gemeente Ouder-Amstel,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 22 december 2008 in zaak nrs. 08/4147 en 08/4154 in het geding tussen:
[appellanten 1]
en
het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel.
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 maart 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Ouder-Amstel (hierna: het college) aan de stichting Stichting De Bascule (hierna: De Bascule) vrijstelling en bouwvergunning eerste fase verleend voor het gedeeltelijk vernieuwen en vergroten van een kinderpsychiatrisch behandelcentrum op het perceel Rijksstraatweg 145 te Duivendrecht (hierna: het perceel).
Bij besluit van 30 september 2008 heeft het college het door [appellanten 1] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (hierna: de voorzieningenrechter), voor zover thans van belang, het door [appellanten 1] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 januari 2009, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft De Bascule een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting, tezamen met zaak nr.
200807114/1/R2, behandeld op 24 november 2009, waar [appellant], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door drs. E.S. Fijma en mr. A.C.J. van Gils, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
200807114/1/R2, behandeld op 24 november 2009, waar [appellant], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door drs. E.S. Fijma en mr. A.C.J. van Gils, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is daar De Bascule, vertegenwoordigd door mr. J.M. Neefe, advocaat te Rotterdam, vergezeld door [architect], en [manager], gehoord.
2. Overwegingen
2.1. [appellanten 1] betogen dat de rechtbank heeft miskend dat het college ten onrechte het bestemmingsplan "Duivendrecht 2007" als ruimtelijke onderbouwing aan het verlenen van de vrijstelling ten grondslag heeft gelegd. Zij voeren daartoe aan dat bij de totstandkoming van dit plan de belangen van omwonenden niet naar behoren zijn meegewogen.
2.2. Aan het bouwplan is het bij besluit van 7 februari 2008 door de raad van de gemeente Ouder-Amstel vastgestelde bestemmingsplan "Duivendrecht 2007" (hierna: het bestemmingsplan) als ruimtelijke onderbouwing ten grondslag gelegd. Het bestemmingsplan is bij besluit van 19 augustus 2008 door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland goedgekeurd. Bij uitspraak van heden, in zaak nr.
200807114/1/R2, heeft de Afdeling de tegen het besluit omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan voorziet in het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van het perceel, waarop de vrijstelling betrekking heeft en is de titel voor de ruimtelijke ingreep waartegen [appellanten 1] zich richten. Thans kan het bouwplan zonder vrijstelling worden gerealiseerd, indien dit niet in strijd is met het bestemmingsplan. [appellanten 1] hebben niet betwist dat van zodanige strijd geen sprake is. Nu [appellanten 1] niet hebben aangevoerd dat een van de andere weigeringsgronden van artikel 44 van de Woningwet aan realisering van het bouwplan in de weg staat en niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een belang bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling kan worden aangenomen, moet worden geoordeeld dat het procesbelang bij beoordeling van de aangevallen uitspraak en dat besluit is vervallen.
200807114/1/R2, heeft de Afdeling de tegen het besluit omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Het bestemmingsplan voorziet in het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van het perceel, waarop de vrijstelling betrekking heeft en is de titel voor de ruimtelijke ingreep waartegen [appellanten 1] zich richten. Thans kan het bouwplan zonder vrijstelling worden gerealiseerd, indien dit niet in strijd is met het bestemmingsplan. [appellanten 1] hebben niet betwist dat van zodanige strijd geen sprake is. Nu [appellanten 1] niet hebben aangevoerd dat een van de andere weigeringsgronden van artikel 44 van de Woningwet aan realisering van het bouwplan in de weg staat en niet is gebleken van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een belang bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak en de verleende vrijstelling kan worden aangenomen, moet worden geoordeeld dat het procesbelang bij beoordeling van de aangevallen uitspraak en dat besluit is vervallen.
2.3. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinckx en mr. J.C. Kranenburg, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Hanrath
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 30 december 2009
392.