ECLI:NL:RVS:2009:BK7461

Raad van State

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200909757/2/H2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • R.F.J. Bindels
  • J. Wieland
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunningen in hoger beroep

In deze zaak heeft de Raad van State op 16 december 2009 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het verzoek werd ingediend door [verzoeker 1] en [verzoeker 2], beiden wonend te [woonplaats], en de Vereniging van Eigenaren Mortelkazerne, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 november 2009. De rechtbank had in die uitspraak de bouwvergunningen gehandhaafd, waartegen de verzoekers bezwaar hadden gemaakt. De zitting vond plaats op 16 december 2009 om 14.00 uur.

De voorzitter, Staatsraad mr. R.W.L. Loeb, heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De overwegingen voor deze afwijzing waren dat er geen veranderde omstandigheden waren ten opzichte van een eerdere uitspraak van 2 december 2009, waarin een vergelijkbaar verzoek was afgewezen. De rechtbank had in dezelfde samenstelling als in de eerdere zaak geen aanleiding gezien om het besluit op het bezwaar tegen de bouwvergunning te vernietigen. Bovendien was er in het beroep tegen het besluit op bezwaar niet verzocht om schorsing van de bouwvergunning, en had de rechtbank ook geen aanleiding gezien om dit ambtshalve te doen.

De voorzitter concludeerde dat de argumenten van de verzoekers niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechtbank het aan de bouwvergunning klevende gebrek niet herstelbaar had geacht. Gezien deze omstandigheden was de kans dat het verzoek om schorsing van de bouwvergunning zou worden toegewezen niet groot genoeg om aanleiding te geven tot het schorsen van de kapvergunningen. Na het sluiten van de zitting werd de uitspraak gedaan, waarbij de voorzitter de afwijzing van het verzoek bevestigde.

Uitspraak

200909757/2/H2
Datum uitspraak: 16 december 2009
Procesverloop
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in zaak nr. 200909757/2/H2, hangende het hoger beroep van [verzoeker 1], [verzoeker 2], beiden wonend te [woonplaats] en de Vereniging van Eigenaren Mortelkazerne, gevestigd in die gemeente (verzoekers), tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) van 17 november 2009 in de zaken nrs. 09/1641, 09/1683, 09/1685 en 09/1688 in het geding tussen [verzoeker 1] en anderen en het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch, op 16 december 2009 om 14.00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. R.W.L. Loeb voorzitter (vz.)
Ambtenaar: mr. J. Wieland
Verschenen:
[verzoeker 1], bijgestaan door mr. J. Schoneveld, werkzaam bij DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V.;
Het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch, vertegenwoordigd door mr. J.J.H. van Goch, ambtenaar in dienst van de gemeente;
De provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door mr. dr. O.J.D.M.L. Jansen, advocaat te 's-Hertogenbosch.
De voorzitter wijst het verzoek af.
Daartoe wordt overwogen dat er geen veranderde omstandigheden zijn ten opzichte van de uitspraak van 2 december 2009 op een vergelijkbaar verzoek in het hoger beroep van een andere partij. Dat nu, als gesteld, een verzoek bij de rechtbank is ingediend om de bouwvergunning bij wijze van voorlopige voorziening hangende bezwaar te schorsen is geen zodanige omstandigheid. De rechtbank heeft voorts, in dezelfde samenstelling als die waarin zij op het beroep tegen de in bezwaar gehandhaafde bouwvergunning heeft beslist, geen aanleiding gezien het besluit op het tegen de verlening van kapvergunningen gemaakte bezwaar te vernietigen. Verder is bij het beroep tegen het besluit op bezwaar, waarbij de bouwvergunning is gehandhaafd, niet verzocht om schorsing van de bouwvergunning en heeft de rechtbank ook geen aanleiding gezien de bouwvergunning ambtshalve te schorsen. Hetgeen [verzoeker 1] en anderen hebben aangevoerd biedt dan ook geen grond om aan te nemen dat de rechtbank het aan de bouwvergunning klevende gebrek niet herstelbaar heeft geacht. Onder die omstandigheden is de kans dat het verzoek om schorsing van de verleende bouwvergunning zal worden toegewezen niet zo groot, dat thans aanleiding bestaat de kapvergunningen wel te schorsen.
De voorzitter sluit de zitting.
w.g. Loeb w.g. Bindels
voorzitter ambtenaar van Staat
mr. R.W.L. Loeb mr. R.F.J. Bindels
502.