ECLI:NL:RVS:2009:BK7429

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200902482/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • B.C. Bosnjakovic
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan herziening Oudewater en de bestemming Water

Op 5 februari 2009 heeft de raad van de gemeente Oudewater het bestemmingsplan "Partiële herziening De Noort Syde II" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te [woonplaats], beroep ingesteld bij de Raad van State, ingekomen op 30 maart 2009. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de appellant heeft nadere stukken ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 26 november 2009, waar de appellant en de raad, vertegenwoordigd door C.P.W. van den Berg, ambtenaar van de gemeente, aanwezig waren. Ook is [belanghebbende] als partij gehoord.

Het bestemmingsplan beoogt de herziening van het meest zuidelijk gelegen deel van het bestemmingsplan "De Noort Syde II" uit 2000. De aanleiding voor de herziening was dat de plankaart niet meer overeenkwam met de feitelijke situatie. Het doel van het plan is om de aangepaste inrichting van het gebied vast te leggen en een correct bestemmingsplan voor de bewoners vast te stellen. De appellant richt zich tegen de bestemming "Water" die aan een gedempte sloot is toegekend, welke sloot op de grens van zijn perceel ligt. Hij stelt dat hij de sloot al in 1976 heeft gedempt om zijn perceel beter bereikbaar te maken.

De raad verdedigt de bestemming "Water" door te stellen dat de sloot een belangrijke waterhuishoudkundige functie heeft en verwijst naar het landschapstype in het Hollandse veengebied. De Afdeling heeft vastgesteld dat de sloot in ieder geval voor 1994 gedeeltelijk gedempt was en dat de raad ten onrechte heeft aangenomen dat de sloot tussen 2000 en 2003 in strijd met het bestemmingsplan is gedempt. De Afdeling concludeert dat de raad niet aannemelijk heeft gemaakt dat het belang van de sloot zwaarder weegt dan het belang van de appellant bij het gedempt blijven van de sloot.

De conclusie is dat het beroep van de appellant gegrond is, waardoor het besluit van de raad van de gemeente Oudewater wordt vernietigd voor zover het de bestemming "Water" betreft. De raad wordt gelast het griffierecht van € 150,00 aan de appellant te vergoeden. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 23 december 2009.

Uitspraak

200902482/1/R3.
Datum uitspraak: 23 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Oudewater,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 5 februari 2009 heeft de raad van de gemeente Oudewater (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Partiële herziening De Noort Syde II" vastgesteld (hierna: het plan).
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 maart 2009, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 november 2009, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door C.P.W. van den Berg, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is [belanghebbende] als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het plan beoogt het meest zuidelijk gelegen deel van het bestemmingsplan "De Noort Syde II" uit 2000 te herzien. Aanleiding hiervoor was dat de plankaart bij dat bestemmingsplan niet meer overeenkwam met de feitelijke situatie. Het plan heeft tot doel de aangepaste inrichting van het gebied vast te leggen en een correct bestemmingsplan voor de bewoners van het gebied vast te stellen.
2.2. Het beroep van [appellant], die woont aan de [locatie 1] te [plaats], richt zich tegen de bestemming "Water" die volgens hem ten onrechte is toegekend aan de gedempte sloot die op de grens van het perceel [locatie 2] met het perceel [locatie 1] is gelegen. [appellant] stelt dat hij de sloot al in 1976 heeft gedempt zodat zijn perceel beter bereikbaar was voor onder meer tractoren.
2.3. De raad stelt zich op het standpunt dat de bestemming "Water" is toegekend, omdat de desbetreffende sloot één van de weinig structurerende waterelementen in dit gebied is, verwijst naar het overheersende landschapstype in het Hollandse veengebied en een waterhuishoudkundige functie heeft om kwelwater van de Linschoten sneller te kunnen afvoeren.
2.4. Ingevolge artikel 8 van de planregels zijn de op de plankaart als "Water" aangewezen gronden bestemd voor wateraanvoer en afvoer alsmede voor de waterberging.
2.5. De Afdeling stelt aan de hand van de door [appellant] overgelegde foto en het verhandelde ter zitting vast dat de desbetreffende sloot in ieder geval voor het jaar 1994 gedeeltelijk gedempt is en toen voor het overige niet meer was dan een dichtbegroeide greppel. De bij de stukken gevoegde kopie van een luchtfoto die op 27 februari 2000 is gemaakt door Delta-Phot Luchtfotografie en waaruit volgens de raad blijkt dat de sloot toentertijd nog niet gedempt was, overtuigt niet, zodat het er voor moet worden gehouden dat de raad er ten onrechte van is uitgegaan dat de sloot tussen 2000 en 2003 en in strijd met het toen geldende bestemmingsplan "De Noort Syde II" is gedempt. Gelet hierop is ten onrechte geen rekening gehouden met mogelijk onder het overgangsrecht vallend gebruik. Dat uit het advies van het waterschap van 30 januari 2009 blijkt dat de sloot als zodanig een algemene functie voor de afwatering van het gebied kan vervullen en kan dienen als opvang en afvoer van kwelwater doet aan het voorgaande niet af aangezien niet gebleken is dat dit advies specifiek ziet op de functie van de desbetreffende sloot.
De Afdeling is van oordeel dat de raad niet aannemelijk heeft gemaakt dat aan het belang van de aanwezigheid van de sloot een zwaarder gewicht moet worden toegekend dan aan het belang van [appellant] bij het gedempt blijven van de sloot.
2.6. De conclusie is dat hetgeen [appellant] heeft aangevoerd aanleiding geeft voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plandeel strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Het beroep is gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre dient te worden vernietigd.
2.7. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Oudewater van 5 februari 2009, voor zover daarbij het plandeel met de bestemming "Water" op de grens van het perceel [locatie 2] met het perceel [locatie 1], zoals aangegeven op de bij deze uitspraak behorende kaart, is vastgesteld;
III. gelast dat de raad van de gemeente Oudewater aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bosnjakovic, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Bosnjakovic
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2009
410-634.
<HR>
plankaart