ECLI:NL:RVS:2009:BK6706

Raad van State

Datum uitspraak
16 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904224/1/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • B.C. Bosnjakovic
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan 'Stadzigt' van de gemeente Naarden en de gevolgen voor bezoekersaantallen en verkeersbewegingen

Op 15 april 2009 heeft de raad van de gemeente Naarden het bestemmingsplan 'Stadzigt' vastgesteld. Dit plan voorziet in de bestemming 'Maatschappelijk' voor het terrein van de voormalige boerderij Stadzigt, waar Natuurmonumenten een ontvangstruimte, kantoren, een werkschuur en een botenhuis wil realiseren. Tegen dit besluit hebben appellanten beroep ingesteld, waarbij zij zich zorgen maken over de te verwachten bezoekersaantallen en verkeersbewegingen als gevolg van nieuwe recreatieve elementen zoals wandelpaden en speelplaatsen. De raad van de gemeente Naarden heeft in zijn verweerschrift betoogd dat het plan enkel betrekking heeft op het erf van de boerderij en dat de meeste recreatieve elementen buiten dit erf gerealiseerd worden. De raad stelt dat door het maximeren van het aantal parkeerplaatsen en rondvaarten, de bezoekersaantallen gereguleerd zullen worden en dat er voldoende parkeervoorzieningen zijn.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 26 november 2009 behandeld. Tijdens de zitting zijn de appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde en een advocaat, en de raad, vertegenwoordigd door ambtenaren, verschenen. Ook Natuurmonumenten was aanwezig. De Afdeling overweegt dat de recreatieve elementen die appellanten aanvoeren, voor zover deze betrekking hebben op het plan, al mogelijk waren onder het vorige bestemmingsplan. De Afdeling concludeert dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat het plan zal leiden tot een significante toename van bezoekers of verkeersoverlast. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat het bestreden besluit niet in strijd met het recht is genomen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200904224/1/R3.
Datum uitspraak: 16 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten], allen wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Naarden,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 april 2009 heeft de raad van de gemeente Naarden (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Stadzigt" (hierna: het plan) vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2009, beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (hierna: Natuurmonumenten) een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 november 2009, waar [appellanten], in de persoon van [gemachtigde] en bijgestaan door mr. M.E. Jendsen, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, en de raad, vertegenwoordigd door W. Kikkert en J. Jobse, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is Natuurmonumenten, vertegenwoordigd door W.C. Boots en G. Lemmen, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet in de bestemming "Maatschappelijk" voor het terrein van de voormalige boerderij Stadzigt. Natuurmonumenten wil hier een ontvangstruimte (theehuis), kantoren, een werkschuur en een botenhuis realiseren. Tevens worden activiteiten van Natuurmonumenten van elders in het gebied verplaatst naar deze locatie.
2.2. [appellanten] stellen dat in het plan de te verwachten bezoekersaantallen en verkeersbewegingen niet deugdelijk zijn onderbouwd respectievelijk zijn onderzocht. Zij verwachten vanwege nieuwe recreatieve elementen, te weten korte wandelingen met natuuretalages, een rolstoelvriendelijk wandelpad, educatie, speelplaatsen en informatiestands, een grotere toename van bezoekersaantallen en verkeersbewegingen. Tevens verwachten [appellanten] vanwege deze nieuwe elementen parkeeroverlast in de omgeving van het plangebied.
2.2.1. De raad betoogt dat het plan uitsluitend betrekking heeft op het voormalige erf van boerderij Stadzigt en de bebouwing op dit erf. Volgens hem zijn respectievelijk worden de meeste van de door [appellanten] bedoelde recreatieve elementen, zoals de wandelpaden, wandelingen, educatie en speelplaatsen, gerealiseerd buiten dit erf en laat het voordien geldende bestemmingsplan "Buitengebied" realisatie van die recreatieve voorzieningen toe. Verder stelt de raad zich op het standpunt dat door maximering van het aantal zit- en parkeerplaatsen en het aantal rondvaarten en rondvaartboten de bezoekersaantallen gereguleerd zullen worden. De raad verwacht geen grote stijging van het aantal bezoekers. Voorts betoogt hij dat het plan voorziet in voldoende parkeervoorzieningen.
2.2.2. Voor het plangebied en haar omgeving is sprake van twee planprocessen. Het gaat om het planproces "Ecologische Hoofdstructuur" dat ziet op onder meer herinrichting van gronden rond Stadzigt en het planproces "Project Omkering Recreatieve Zonering Naardermeer" dat ziet op onder meer de herinrichting van het erf van boerderij Stadzigt. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de recreatieve elementen waar [appellanten] op doelen, voor zover het de korte wandelingen met natuuretalages, een rolstoelvriendelijk wandelpad, educatie en speelplaatsen betreft, buiten het plangebied vallen. De Afdeling overweegt dat in deze procedure slechts het onderhavige plan ter beoordeling staat. Het betoog van [appellanten] mist derhalve, wat betreft die elementen, feitelijke grondslag.
2.2.3. Het erf van de voormalige boerderij Stadzigt had onder het vorige bestemmingsplan "Buitengebied" de bestemming "Agrarisch gebied met natuurwaarden in een open landschap". Uit artikel 4, onder A, sub 10 van de bij dat plan behorende planvoorschriften volgt dat gronden die deze bestemming hadden onder meer bestemd waren voor recreatief medegebruik.
Het plan in onderhavige procedure ziet alleen op het erf van de voormalige boerderij Stadzigt en geeft daaraan de bestemming "Maatschappelijk". Uit artikel 3.1.1, onder d, van de planregels volgt dat het erf van Stadzigt ook nu weer onder meer bestemd is voor recreatief medegebruik.
De Afdeling is van oordeel dat [appellanten] niet aannemelijk hebben gemaakt dat het plan tot een grote toename van het aantal bezoekers en daarmee tot verkeersonveiligheid dan wel tot parkeeroverlast in de omgeving van het plangebied zal leiden. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de door [appellanten] genoemde recreatieve elementen voor zover deze zien op het plan al mogelijk waren op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan "Buitengebied". Voorts volgt uit de stukken en het verhandelde ter zitting dat naast de 20 al bestaande parkeerplaatsen bij Stadzigt aan de Meerkade op het erf 37 extra parkeerplaatsen zullen worden aangelegd. [appellanten] hebben niet aannemelijk gemaakt dat deze parkeervoorzieningen niet voldoende zijn. Gelet op het voorgaande behoeft hetgeen [appellanten] voor het overige hebben aangevoerd geen bespreking.
2.3. De conclusie is dat hetgeen [appellanten] hebben aangevoerd geen aanleiding geeft voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.
In het aangevoerde wordt evenmin grond gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.
Het beroep is ongegrond.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B.C. Bosnjakovic, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Bosnjakovic
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 december 2009
410-634.