ECLI:NL:RVS:2009:BK6692
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.W.L. Loeb
- J. Willems
- Rechtspraak.nl
Weigering bouwvergunningen voor paardenfokkerij door college van burgemeester en wethouders van Loenen
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Loenen op 9 oktober 2007 geweigerd om bouwvergunningen te verlenen aan [wederpartij] voor het vergroten van een werktuigberging met een paardenfokstal en het oprichten van een tussenbouw ligboxenstal-potstal op het perceel [locatie] te [plaats]. Deze besluiten zijn door het college later, op 26 augustus 2008, ongegrond verklaard. De rechtbank Utrecht heeft op 15 september 2009 het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard, de besluiten van het college vernietigd en het college opgedragen om binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen op de gemaakte bezwaren.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij ook een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de verzoeken op 26 november 2009 behandeld. Tijdens deze zitting waren zowel het college, vertegenwoordigd door mr. T.J. de Smet, als [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. C.P. van Eeghen, aanwezig.
De voorzitter heeft overwogen dat de bouwplannen van [wederpartij] betrekking hebben op bouwwerken voor een paardenfokkerij. De rechtbank had geoordeeld dat het college ten onrechte had aangenomen dat de bouwplannen in strijd waren met de agrarische bestemming van het perceel. Het college had verzocht om de verplichting om nieuwe besluiten te nemen op te schorten, maar dit verzoek werd afgewezen. De voorzitter oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de uitspraak van de rechtbank niet bevestigd zou worden en dat het college nieuwe besluiten moest nemen.
Daarnaast heeft [wederpartij] verzocht om het college op te dragen binnen tien dagen bouwvergunningen te verlenen, maar de voorzitter ging ervan uit dat het college dit ook zonder dwangsom zou doen. Uiteindelijk werden de verzoeken van zowel het college als [wederpartij] afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.