ECLI:NL:RVS:2009:BK5819
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- A.C. de Winter
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake geslachtsnaamswijziging door de minister van Justitie
In deze zaak heeft de minister van Justitie op 5 augustus 2008 een verzoek van [verzoeker sub 2] tot wijziging van de geslachtsnaam van haar dochter afgewezen. Het verzoek was om de geslachtsnaam van de dochter van '[naam verzoeker sub 1]' te wijzigen in '[naam verzoeker sub 2]'. Na de afwijzing heeft [verzoeker sub 2] bezwaar gemaakt, maar dit werd door de minister ongegrond verklaard op 9 december 2008. Vervolgens heeft de rechtbank Arnhem op 29 september 2009 het beroep van [verzoeker sub 2] gegrond verklaard en het besluit van de minister vernietigd, met de opdracht om opnieuw op het bezwaar te beslissen.
Tegen deze uitspraak hebben zowel de minister als [verzoeker sub 1] hoger beroep ingesteld. De minister heeft in zijn hoger beroep verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een beslissing heeft genomen over het hoger beroep. De voorzitter van de Afdeling heeft het verzoek op 19 november 2009 behandeld, waarbij de minister en beide verzoekers aanwezig waren.
De voorzitter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. Hij heeft geoordeeld dat er geen zwaarwegende belangen zijn van [verzoeker sub 2] die zich verzetten tegen het afwachten van de beslissing in de bodemprocedure. De voorzitter heeft daarom besloten om de voorlopige voorziening te treffen, zodat de minister geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 december 2009.