ECLI:NL:RVS:2009:BK5788

Raad van State

Datum uitspraak
2 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904761/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Brandevoort II

In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker A] en [verzoekster B], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan 'Brandevoort II'. Dit bestemmingsplan was eerder gedeeltelijk vernietigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van 10 september 2008. De verzoekers hebben de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De behandeling van het verzoek vond plaats op 16 oktober 2009, waarbij de verzoekers vertegenwoordigd waren door mr. L.A. Pronk, juridisch adviseur.

De voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er op het moment van uitspraak geen bodemzaak meer aanhangig was, waardoor het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. Tevens heeft de voorzitter geoordeeld dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant in de proceskosten moest worden veroordeeld. De proceskosten, die door de verzoekers zijn gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, zijn vastgesteld op € 201,00, waarvan een deel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Daarnaast is het college gelast om het door de verzoekers betaalde griffierecht van € 297,00 te vergoeden.

De uitspraak is gedaan op 2 december 2009 door de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, in aanwezigheid van mr. R.D. van Onselen, ambtenaar van Staat. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

200904761/2/R2.
Datum uitspraak: 2 december 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker A] wonend te [woonplaats] en [verzoekster B], gevestigd te [plaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij uitspraak van 10 september 2008, nr. 200705533/1, verzonden op dezelfde datum heeft de Afdeling het besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant (hierna: het college) van 12 juni 2007, kenmerk 1242942, omtrent de goedkeuring van het bij besluit van 7 november 2006 door de raad van de gemeente Helmond vastgestelde bestemmingsplan "Brandevoort II", gedeeltelijk vernietigd.
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan, voor zover nodig, door het college hebben [verzoeker A] en [verzoekster B] (hierna: [verzoekers]) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 1 juli 2009, beroep ingesteld.
Tevens hebben zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 oktober 2009, waar [verzoekers], vertegenwoordigd door mr. L.A. Pronk, juridisch adviseur in bijzijn van [verzoeker A] zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden heeft de Afdeling het beroep gegrond verklaard. Nu geen bodemzaak meer aanhangig is dient het verzoek om een voorlopige voorziening te worden afgewezen.
2.2. De Voorzitter ziet aanleiding het college op de na te melden wijze in de proceskosten te veroordelen.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
I. wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
II. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Noord- Brabant tot vergoeding van de bij [verzoekers] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 201,00 (zegge: tweehonderdeneen euro) waarvan € 161,00 (zegge: honderdeenenzestig euro) is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het bedrag dient door de provincie Noord-Brabant onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald;
III. gelast dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant aan [verzoekers] het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 297,00 (zegge: tweehonderenzevenennegentig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R.D. van Onselen, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Van Onselen
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 december 2009
178.