ECLI:NL:RVS:2009:BK4678
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- B. van Wagtendonk
- H. Troostwijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, die op 15 juli 2009 een asielaanvraag van een vreemdeling had goedgekeurd. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris op 2 april 2008 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen, maar de staatssecretaris ging in hoger beroep. De Raad van State overweegt dat de vreemdeling in beginsel zijn klachten over de behandeling in Griekenland bij de Griekse autoriteiten moet indienen. De Afdeling stelt vast dat de vreemdeling niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij na overdracht in Griekenland in een positie komt die in strijd is met de refoulementverboden van het Vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het EVRM. De staatssecretaris heeft zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel beroepen, en de Afdeling concludeert dat er geen reden is om aan de toepassing van dit beginsel te twijfelen, ondanks de door de vreemdeling ingeroepen richtlijnen en rapporten. De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond.