ECLI:NL:RVS:2009:BK1972
Raad van State
- Hoger beroep
- S.F.M. Wortmann
- R.F.J. Bindels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag rechtsbijstand en hoger beroep tegen besluit Raad voor Rechtsbijstand
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag om rechtsbijstand door de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch, gedaan door [appellant]. De aanvraag werd afgewezen op 4 april 2007, waarna het bezwaar van [appellant] op 1 november 2007 ongegrond werd verklaard. De rechtbank 's-Hertogenbosch bevestigde deze beslissing op 9 januari 2009. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 4 november 2009 werd behandeld.
De Raad van State oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het geschil waarvoor de aanvraag om rechtsbijstand was gedaan, een belang betrof dat redelijkerwijs aan [appellant] zelf kon worden overgelaten. Het ging om het indienen van een zienswijze tegen een voornemen tot weigering van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) door de minister van Justitie. [appellant] stelde dat de afgifte van de VOG van groot belang voor hem was, omdat een weigering zou leiden tot ontslag in zijn proeftijd.
De Raad van State oordeelde echter dat het indienen van een zienswijze in dit geval niet als complex kon worden beschouwd. De rechtbank had terecht vastgesteld dat de feiten en omstandigheden van de zaak niet zodanig waren dat een toevoeging voor rechtsbijstand noodzakelijk was. Het hoger beroep van [appellant] werd ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de beoordeling van de complexiteit van een zaak bij aanvragen om rechtsbijstand en de verantwoordelijkheden van aanvragers in dergelijke procedures.