ECLI:NL:RVS:2009:BK1338

Raad van State

Datum uitspraak
28 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200900808/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen vrijstelling en bouwvergunning voor propaantanks in Bernisse

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het college van burgemeester en wethouders van Bernisse tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het college had op 16 mei 2007 vrijstelling en een bouwvergunning verleend aan Primagaz Nederland B.V. voor het plaatsen van twee propaantanks en een hekwerk op het perceel Stompaardsedijk in Zuidland, Bernisse. Een wederpartij had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college verklaarde dit bezwaar op 12 juni 2008 niet-ontvankelijk. De rechtbank Rotterdam oordeelde echter op 23 december 2008 dat het bezwaar van de wederpartij gegrond was en vernietigde het besluit van het college. Het college ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij het betoogde dat de rechtbank ten onrechte de wederpartij als belanghebbende had aangemerkt.

De Raad van State oordeelde dat de afstand van 250 meter tussen het woonperceel van de wederpartij en het perceel waar de tanks zouden komen, niet voldoende was om de wederpartij als belanghebbende te beschouwen in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank had de wederpartij ten onrechte als belanghebbende aangemerkt, aangezien deze niet rechtstreeks in zijn belang werd geraakt door de verlening van de vrijstelling en de bouwvergunning. De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de wederpartij ongegrond.

De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor een directe betrokkenheid bij besluiten die worden genomen.

Uitspraak

200900808/1/H1.
Datum uitspraak: 28 oktober 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
het college van burgemeester en wethouders van Bernisse,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 23 december 2008 in zaak nr. 08/3025 in het geding tussen:
[wederpartij]
en
het college van burgemeester en wethouders van Bernisse.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 mei 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Bernisse (hierna: het college) aan de besloten vennootschap Primagaz Nederland B.V. (hierna: Primagaz Nederland) vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het plaatsen van twee propaantanks en een hekwerk op het perceel Stompaardsedijk, Zuidland, Bernisse.
Bij besluit van 12 juni 2008 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 23 december 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechtbank) het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 12 juni 2008 vernietigd en bepaald dat het college een nieuw besluit neemt. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 januari 2009, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 25 februari 2009.
[wederpartij] heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 september 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. H. Rensen, ambtenaar in dienst van de gemeente, en [wederpartij], in persoon, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het college betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college het bezwaar van [wederpartij] tegen het besluit van 16 mei 2007 terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daartoe voert het aan dat [wederpartij] geen belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) is bij dit besluit.
2.1.1. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.1.2. Het bouwplan waarvoor bij besluit van 16 mei 2007 vrijstelling en bouwvergunning is verleend, heeft betrekking op het plaatsen van twee propaantanks met een hoogte van 2,24 meter, een breedte van 1,60 meter en een lengte van 4,39 meter en een hekwerk. Niet in geschil is dat de afstand van het woonperceel van [wederpartij] tot aan het perceel waarop de tanks zijn voorzien hemelsbreed 250 meter bedraagt. Gezien het bouwplan dat hier aan de orde is, wordt [wederpartij] bij een dergelijke afstand niet geraakt in een belang dat rechtstreeks bij de verlening van de vrijstelling en de bouwvergunning is betrokken als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. De stelling van [wederpartij] dat hij vanaf zijn perceel zicht zal hebben op de tanks, leidt niet tot een ander oordeel, in aanmerking genomen de genoemde afstand en de geringe omvang van de bouwwerken. Daarbij komt nog, dat [wederpartij] vanwege de aanwezige beplanting in ieder geval een groot deel van het jaar geen onbelemmerd zicht heeft op de tanks. Tot slot onderscheidt de omstandigheid dat [wederpartij] zesmaal per dag via een fiets- en voetpad langs de propaantanks komt, hem niet in voldoende mate van andere omwonenden. De rechtbank heeft [wederpartij] dan ook ten onrechte aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
Het betoog slaagt.
2.2. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het door [wederpartij] tegen het besluit van 12 juni 2008 ingestelde beroep alsnog ongegrond verklaren.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 23 december 2008 in zaak nr. 08/3025;
III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. W. Konijnenbelt en mr. W.D.M. van Diepenbeek, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Soede
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2009
270-552.