ECLI:NL:RVS:2009:BJ9475

Raad van State

Datum uitspraak
1 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904136/2/R3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Buitengebied gemeente Gulpen-Wittem

Op 2 april 2009 heeft de raad van de gemeente Gulpen-Wittem het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft een verzoeker op 25 juni 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij tevens verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 17 september 2009 ter zitting behandeld. De voorzitter oordeelt dat het bestemmingsplan een planologische regeling voor het buitengebied van de gemeente voorziet, met inbegrip van een plandeel met de bestemming "Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden (AW-NL)" aan de Hilleshagerweg in Mechelen. De verzoeker betoogt dat de raad ten onrechte de bestemming "Wonen (W)" niet heeft toegekend aan het plandeel, zodat hij daar een burgerwoning kan bouwen. De raad stelt echter dat het mogelijk maken van een burgerwoning in het buitengebied niet wenselijk is en in strijd is met provinciaal beleid. De voorzitter concludeert dat het verzoek van de verzoeker om de bestemming "Wonen (W)" toe te kennen te verstrekkend is en dat een schorsing van het besluit niet de gewenste bouwmogelijkheid oplevert. Daarom wordt het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is op 1 oktober 2009 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

200904136/2/R3.
Datum uitspraak: 1 oktober 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Gulpen-Wittem,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 2 april 2009 heeft de raad van de gemeente Gulpen-Wittem (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Buitengebied" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 juni 2009, beroep ingesteld.
Bij dezelfde brief als waarmee beroep is ingesteld heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 17 september 2009, waar de raad, vertegenwoordigd door J.C.J.M. Jansen, ambtenaar in dienst van de gemeente, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling voor het buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem en voorziet, voor zover hier van belang, aan de Hilleshagerweg in Mechelen in een plandeel met de bestemming "Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden (AW-NL)".
2.3. [verzoeker] stelt dat de raad ten onrechte artikel 6 van de planregels en voormeld plandeel heeft vastgesteld en betoogt dat aan het plandeel de bestemming "Wonen (W)" had moeten worden toegekend, zodat hij ter plaatse een burgerwoning kan bouwen. Hij beoogt met zijn verzoek te bewerkstelligen dat aan het plandeel een dergelijke bouwmogelijkheid wordt toegekend.
2.4. De raad stelt zich op het standpunt dat het mogelijk maken van een burgerwoning ter plaatse in het buitengebied niet wenselijk is en bovendien in strijd is met het provinciale beleid ter zake.
2.5. De voorzitter stelt voorop dat het verzoek er toe strekt dat aan bedoelde gronden aan de Hilleshagerweg te Mechelen de bestemming "Wonen (W)" wordt toegekend, zodat ter plaatse een burgerwoning kan worden gebouwd, terwijl het bestemmingsplan nu niet in die mogelijkheid voorziet. Een voorlopige voorziening die daarin zou voorzien, acht de voorzitter evenwel te verstrekkend en [verzoeker] is niet gebaat bij een enkele schorsing van het bestreden besluit op dit punt, aangezien daarmee de door hem gewenste bouwmogelijkheid niet wordt bewerkstelligd.
2.6. Gelet op het voorgaande dient het verzoek van [verzoeker] te worden afgewezen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Buuren w.g. Kegge
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2009
459.