ECLI:NL:RVS:2009:BJ8889

Raad van State

Datum uitspraak
22 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200904822/2/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring bestemmingsplan Buitengebied Tiel, eerste herziening

Op 15 mei 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland besloten over de goedkeuring van het bestemmingsplan "Buitengebied Tiel, eerste herziening", dat door de raad van de gemeente Tiel op 17 september 2008 was vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de vennootschap, hierna verzoekster genoemd, op 2 juli 2009 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 14 september 2009 ter zitting behandeld, waarbij de vennootschap werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en het college door P.G.A.L. Evers, ambtenaar van de provincie. De raad was vertegenwoordigd door P.N.B. Kleijngeld, ambtenaar van de gemeente.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het verzoek om een voorlopige voorziening gericht was tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan, specifiek de bestemming "Agrarisch gebied met hoge landschapswaarden" die was toegekend aan percelen van de vennootschap. De vennootschap stelde dat deze bestemming sanering van de gronden onmogelijk maakte, wat problematisch was gezien de mogelijke toekomstige bestemming voor openbare voorzieningen. Echter, de voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, aangezien de bestemming niet tegen sanering verzet en de vennootschap de gronden op een later moment zou kunnen saneren.

De voorzitter wees het verzoek af, met de overweging dat een andere bestemming toekennen aan de gronden te verstrekkend zou zijn. Ook werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 22 september 2009.

Uitspraak

200904822/2/R2.
Datum uitspraak: 22 september 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], gevestigd te [plaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 15 mei 2009 heeft het college van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Tiel (hierna: de raad) bij besluit van 17 september 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied Tiel, eerste herziening".
Tegen dit besluit heeft [verzoekster] (hierna: de vennootschap) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 juli 2009, beroep ingesteld. Voorts heeft de vennootschap de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 september 2009, waar de vennootschap, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door P.G.A.L. Evers, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de raad, vertegenwoordigd door P.N.B. Kleijngeld, ambtenaar in dienst van de gemeente, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek is gericht tegen de goedkeuring van het plan voor zover daarin de bestemming "Agrarisch gebied met hoge landschapswaarden" is toegekend aan de percelen van de vennootschap aan de Passewaaise Hoge weg, kadastraal bekend […], en aan de [locatie sub 2], kadastraal bekend […] en […]. Zij stelt daartoe dat deze bestemming ten onrechte sanering van bedoelde gronden onmogelijk maakt, terwijl dit wenselijk is gelet op een eventuele toekomstige bestemming van die gronden voor openbare voorzieningen.
2.2.1. De voorzitter is niet gebleken van een spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Daartoe is van belang dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat voornoemde bestemming zich niet tegen sanering verzet en dat de vennootschap bedoelde gronden dan ook zou kunnen saneren op het moment dat zij dat zou willen. De stelling van de vennootschap dat sanering feitelijk onmogelijk is omdat dit voor haar niet rendabel is door de toegekende bestemming, maakt niet dat er sprake is van een spoedeisend belang.
Voor zover het verzoek er toe strekt dat aan bedoelde gronden een andere bestemming wordt toegekend, overweegt de voorzitter dat een dergelijke voorlopige voorziening te verstrekkend is.
2.3. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M. Vogel-Carprieaux, ambtenaar van Staat.
w.g. Scholten-Hinloopen w.g. Vogel-Carprieaux
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 22 september 2009
458.