ECLI:NL:RVS:2009:BJ8279
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- M. Vogel-Carprieaux
- Rechtspraak.nl
Wijziging van vergunning op grond van de Ontgrondingenwet door het college van gedeputeerde staten van Gelderland
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 17 september 2009 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Gelderland, dat op 14 juli 2009 een eerder besluit van 26 april 2006 had gewijzigd. Dit eerdere besluit betrof de verlening van een vergunning onder voorschriften op grond van de Ontgrondingenwet. De verzoeker had in zijn bezwaar en verzoek om voorlopige voorziening aangegeven dat hij belang had bij het aanleggen van hoogwatervluchtplaatsen aan de noordzijde van de rivier en wijziging van de vergunde hoeveelheid af te graven specie aan de zuidzijde van de rivier.
Tijdens de zitting op 14 september 2009 zijn zowel de verzoeker als vertegenwoordigers van het college en andere betrokken partijen verschenen. De voorzitter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het verzoek om voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen, omdat de wijzigingen die de verzoeker wenst niet kunnen worden bewerkstelligd met de huidige procedure. De voorzitter benadrukte dat het thans voorliggende besluit enkel betrekking heeft op de mogelijkheid om de vergunde ontgronding vrijkomende specie buiten het projectgebied af te voeren en niet op de hoogwatervluchtplaatsen of de hoeveelheid af te graven specie, die in eerdere besluiten zijn vastgelegd en reeds onaantastbaar zijn.
Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 17 september 2009.