ECLI:NL:RVS:2009:BJ7191

Raad van State

Datum uitspraak
4 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200905678/2/H3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor reclamevergunning door de Raad van State

Op 4 september 2009 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van de vereniging Honk- en Softbal Vereniging Drachten Diamonds. De vereniging had een aanvraag voor een reclamevergunning ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland, welke aanvraag op 11 december 2008 werd afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar van Drachten Diamonds op 3 april 2009 ongegrond. De voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden verklaarde op 22 juni 2009 het beroep van Drachten Diamonds tegen deze afwijzing eveneens ongegrond. Drachten Diamonds heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzitter heeft het verzoek op 27 augustus 2009 behandeld. Drachten Diamonds stelde dat de aanvraag niet betrekking had op handelsreclame, maar op de naamsaanduiding van een sportcomplex. De voorzitter oordeelde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De voorzitter overwoog dat de aanvraag betrekking had op het aanbrengen van een afbeelding op een scorebord, dat zichtbaar is vanaf de rijksweg A7, en dat het college de aanvraag had afgewezen op basis van adviezen van de welstandscommissie. De voorzitter concludeerde dat het college zich in redelijkheid op deze adviezen had kunnen baseren en dat er geen grond was voor het oordeel dat de voorzieningenrechter ten onrechte had overwogen dat de APV van toepassing was.

Uiteindelijk heeft de voorzitter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de welstandscriteria en de toepassing van de Algemene Plaatselijke Verordening in dergelijke zaken.

Uitspraak

200905678/2/H3.
Datum uitspraak: 4 september 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de vereniging Honk- en Softbal Vereniging Drachten Diamonds, gevestigd te Drachten,
verzoekster,
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden van 22 juni 2009 in zaak nrs. 09/926 en 09/927 in het geding tussen:
de vereniging Honk- en Softbal Vereniging Drachten Diamonds
en
het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 11 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland (hierna: het college) een aanvraag van de vereniging Honk- en Softbal Vereniging Drachten Diamonds (hierna: Drachten Diamonds) voor een reclamevergunning afgewezen.
Bij besluit van 3 april 2009 heeft het college het door Drachten Diamonds daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 juni 2009, verzonden op 23 juni 2009, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden (hierna: de voorzieningenrechter) het door Drachten Diamonds daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Drachten Diamonds bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 augustus 2009, hoger beroep ingesteld.
Voorts heeft Drachten Diamonds de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 augustus 2009, waar Drachten Diamonds, vertegenwoordigd door [voorzitter], en het college, vertegenwoordigd door mr. J. Jukema-Teertstra, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Ingevolge artikel 4.4.2, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: de APV) is het verboden zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.
Ingevolge het vijfde lid, aanhef en onder a, kan een vergunning bedoeld in het eerste lid worden geweigerd indien de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
2.3. De aanvraag heeft betrekking op het aanbrengen van een afbeelding op de achterzijde van een scorebord bij een honkbalveld met onder andere de tekst Yankee Doodle Stadium. De achterzijde van het scorebord is gericht naar de rijksweg A7.
Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat het aangevraagde niet voldoet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 4.4.2, vijfde lid, van de APV. Daaraan heeft het adviezen van de welstandscommissie Hûs & Hiem ten grondslag gelegd.
2.4. Drachten Diamonds wenst met het verzoek te bereiken dat in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep de afbeelding alvast op de achterzijde van het scorebord mag worden aangebracht.
2.5. Voor het treffen van een voorlopige voorziening met een zo vergaande strekking bestaat naar het oordeel van de voorzitter slechts aanleiding indien op voorhand moet worden aangenomen dat in de bodemprocedure zowel de aangevallen uitspraak als het bij de rechtbank bestreden besluit niet in stand zullen blijven en het niet onwaarschijnlijk is dat college daarna alsnog een positief besluit zal nemen. Daarvoor bestaat geen aanleiding. Daartoe wordt het volgende in aanmerking genomen.
2.6. Over het betoog van Drachten Diamonds, dat de voorzieningenrechter niet heeft onderkend dat de aanvraag geen betrekking heeft op handelsreclame maar op de naamsaanduiding van een sportcomplex en dat de APV gelet daarop niet van toepassing is, zal door de Afdeling in de bodemprocedure een beslissing moeten worden genomen. De voorzitter ziet niet op voorhand grond voor het oordeel dat de aangevallen uitspraak naar aanleiding daarvan niet in stand zal blijven. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de afgewezen aanvraag ziet op het aanbrengen van een afbeelding met de naam en het logo van de restaurantketen Yankee Doodle, deze keten ook een vestiging in Drachten heeft en een financiële vergoeding betaalt voor het aanbrengen van de afbeelding.
2.7. De voorzitter ziet vooralsnog geen grond voor het oordeel dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat het college zich in redelijkheid op de adviezen van de welstandscommissie heeft kunnen baseren. Nu de gebiedsgerichte criteria nog niet zijn uitgewerkt mocht de welstandscommissie terugvallen op de algemene in welstandsnota neergelegde uitgangspunten.
Ook ziet de voorzitter vooralsnog geen grond voor het oordeel dat het college zich ter invulling van het criterium redelijke eisen van welstand niet op de notitie buitenreclame 1994 mocht baseren.
Evenmin bestaat grond voor het oordeel dat het college in een advies van architect A.J. de Vries van 5 maart 2009 aanleiding had behoren te zien om van de adviezen van de welstandscommissie af te wijken. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het advies van de architect vooral ziet op de locatie van het scorebord en de zichtbaarheid daarvan vanaf het honkbalveld.
2.8. De voorzieningenrechter heeft naar voorlopig oordeel met juistheid overwogen dat artikel 12a van de Woningwet niet van toepassing is omdat het aanbrengen van een afbeelding geen bouwwerk is.
2.9. Het door Drachten Diamonds gedane beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt naar voorlopig oordeel evenmin, reeds omdat die situatie niet op één lijn is te stellen met die van sportcentrum Veneboer.
2.10. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter aanleiding het verzoek af te wijzen.
2.11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A.M.J. Graat, ambtenaar van Staat.
w.g. Polak w.g. Graat
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 september 2009
307.