ECLI:NL:RVS:2009:BJ4090

Raad van State

Datum uitspraak
29 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200808028/1/H1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor verbouwing restaurant in Maastricht

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de besloten vennootschap Grand Café Amadeus B.V. en P.J.M. Weerts tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 23 september 2008. De rechtbank had het beroep van appellanten ongegrond verklaard, waarbij zij zich keerden tegen de bouwvergunning die aan Vroom en Dreesmann Warenhuizen B.V. was verleend voor het verbouwen van een restaurant op het perceel Spilstraat 6C10 in Maastricht. De burgemeester van Maastricht had op 4 juni 2007 medegedeeld dat de bouwvergunning van rechtswege was verleend. Appellanten stelden dat de rechtbank had miskend dat er geen bouwvergunning van rechtswege was ontstaan en dat het college de gevraagde bouwvergunning had moeten weigeren, omdat het gebruik van het pand in strijd zou zijn met het bestemmingsplan "Centrum-Binnenstad herziening 1995". De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 25 juni 2009 ter zitting behandeld, waarbij het college vertegenwoordigd was door mr. M.E.J.M. Vorstermans. De Afdeling overwoog dat het bouwplan voorziet in wijzigingen binnen de contouren van het voormalige Entre-Deux-gebouw, waar functiemenging is toegestaan. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het beoogde gebruik niet in strijd is met het bestemmingsplan en dat het college de bouwvergunning niet hoefde te herroepen. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200808028/1/H1.
Datum uitspraak: 29 juli 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grand Café Amadeus B.V., gevestigd te Maastricht, en
2. P.J.M. Weerts, wonend te Lanaken (België),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 23 september 2008 in zaak nr. 07/1881 in het geding tussen:
appellanten
en
het college van burgemeester en wethouders van Maastricht.
1. Procesverloop
Bij brief van 4 juni 2007 heeft de burgemeester van Maastricht P.J.M. Weerts (hierna: Weerts) medegedeeld dat aan Vroom en Dreesmann Warenhuizen B.V. van rechtswege een bouwvergunning is verleend voor het verbouwen van een restaurant op het perceel Spilstraat 6C10 (hierna: het perceel).
Bij besluit van 19 september 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Maastricht (hierna: het college) het door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grand Café Amadeus B.V. (hierna: Amadeus) en Weerts tegen deze bouwvergunning gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 23 september 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Maastricht (hierna: de rechtbank) het door Amadeus en Weerts daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Amadeus en Weerts bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 november 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn aangevuld bij brief van 1 december 2008.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft Vroom en Dreesmann Warenhuizen B.V. een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting, gevoegd met zaak nr.
200808029/1behandeld op 25 juni 2009, waar het college, vertegenwoordigd door mr. M.E.J.M. Vorstermans, ambtenaar in dienst van de gemeente, is verschenen. Daarna zijn de zaken gescheiden.
2. Overwegingen
2.1. Het bouwplan voorziet in het verbouwen van een restaurant op het perceel door het aanbrengen van toiletten, een kantoor, een containerruimte en een kleedruimte.
2.2. Amadeus en Weerts betogen dat de rechtbank heeft miskend dat geen bouwvergunning van rechtswege is ontstaan en het college de gevraagde bouwvergunning diende te weigeren, omdat het beoogde gebruik van het pand op het perceel in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Centrum-Binnenstad herziening 1995" (hierna: het bestemmingsplan).
2.3. Ingevolge het bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming "Centrumgebied".
Ingevolge artikel 3, onder I, eerste lid, van de voorschriften van het bestemmingsplan (hierna: de planvoorschriften) zijn de gronden die op de bestemmingskaart zijn aangegeven tot centrumgebied bestemd voor:
- detailhandel
- dienstverlening
- publiekverzorgende ambachtelijke bedrijven
- kantoren met overwegend publieksaantrekkend karakter
- forumfuncties
- horeca
- wonen
- verkeers- en verblijfsdoeleinden met de daarbij behorende additionele voorzieningen.
Ingevolge artikel 4, tweede lid, van de planvoorschriften is met betrekking tot de functionele karakteristiek van het plangebied onderscheid gemaakt in zones, die zijn aangeduid op de kaart "functionele karakteristiek". In deze zones mogen de functies worden toegelaten die zijn vermeld in het schema "toegelaten horecafuncties" op de plankaart "functionele karakteristiek". Volgens die kaart is het perceel gelegen in "Zone 1, Centrumgebied 1".
Ingevolge artikel 4, onder II, van de planvoorschriften, voor zover thans van belang, geldt voor die zone primair als functie het handhaven c.q. bevorderen van de multifunctionaliteit en het bevorderen van het publiekgerichte karakter, de kwaliteit, de levendigheid en het functioneren van dit deel van het centrum. Voor de verdiepingen geldt het behoud en het zo mogelijk versterken van de woonfunctie. Zulks brengt volgens die passage met zich dat zoveel mogelijk gestreefd wordt naar het creëren van aparte opgangen voor de woningen, die op de verdiepingen aanwezig zijn, dan wel worden ingebracht. Bestaande opgangen dienen in ieder geval gehandhaafd te worden.
Deze eisen gelden niet voor het Entre-Deux-gebouw. In dit gebouw is een functiemenging, passend binnen de bestemming centrumgebied, met inbegrip van niet-winkelgebonden horeca, bij recht toegestaan, aldus die passage.
2.3.1. Het bouwplan voorziet in wijzigingen die zijn voorzien binnen de contouren van het voormalige Entre-Deux-gebouw. Binnen deze contouren is een functiemenging, passend binnen de bestemming centrumgebied, met inbegrip van niet-winkelgebonden horeca, toegestaan. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het beoogde gebruik niet in strijd is met het bestemmingsplan en het college de van rechtswege verleende bouwvergunning niet hoefde te herroepen.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. J.A. Hagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.W.J. Sloots, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Sloots
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2009
499.