ECLI:NL:RVS:2009:BJ4038

Raad van State

Datum uitspraak
21 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200901516/4/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
  • I.M. van der Heijden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Goedkeuring bestemmingsplan 'Kruiningergors' door college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland

Op 16 december 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan 'Kruiningergors', vastgesteld door de raad van de gemeente Westvoorne op 22 april 2008. Tegen dit besluit heeft een verzoeker, wonend in Oostvoorne, beroep ingesteld bij de Raad van State, ingediend op 6 maart 2009. Op 23 juni 2009 heeft de verzoeker de voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek werd behandeld op 6 juli 2009, waarbij de verzoeker persoonlijk aanwezig was, en het college vertegenwoordigd werd door drs. K.P. Spannenburg. De raad was vertegenwoordigd door mr. J.J. Koch.

De verzoeker heeft verzocht om schorsing van het besluit, specifiek met betrekking tot de goedkeuring van de aanduidingen 'wijzigingsgebied voor uitplaatsing woningen' en 'parkeervoorzieningen' in het bestemmingsplan. De voorzitter overwoog dat de gevreesde bouw van twee woningen naast het perceel van de verzoeker pas kan plaatsvinden na de vaststelling van een wijzigingsplan, waarvoor nog geen ontwerp is opgesteld. Hierdoor is er op dit moment geen spoedeisend belang aanwezig voor het treffen van een voorlopige voorziening.

Uiteindelijk heeft de voorzitter besloten het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 21 juli 2009.

Uitspraak

200901516/4/R1.
Datum uitspraak: 21 juli 2009
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te Oostvoorne, gemeente Westvoorne,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2008, kenmerk PZH-2008-1089089, heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Westvoorne (hierna: de raad) bij besluit van 22 april 2008 vastgestelde bestemmingsplan "Kruiningergors".
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 maart 2009, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 23 juni 2009, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 juli 2009, waar [verzoeker], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door drs. K.P. Spannenburg, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de raad, vertegenwoordigd door mr. J.J. Koch, ambtenaar in dienst van de gemeente, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. [verzoeker] heeft verzocht het bestreden besluit te schorsen, voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan de aanduiding "wijzigingsgebied voor uitplaatsing woningen" bij het plandeel met de bestemming "Tuinen (T)" en de aanduiding "parkeervoorzieningen (p)", voor zover het betreft de gronden ten noorden van het perceel [locatie], in samenhang met artikel 10, zesde lid, van de planvoorschriften. Ingevolge artikel 10, zesde lid, van de planvoorschriften, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd de bestemming "Tuinen (T)" met de aanduiding "parkeervoorzieningen (p)" te wijzigen in de bestemmingen "Woondoeleinden (W)", "Tuinen (T)", "Voortuinen (vT)" en "Water (WA)". Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid kunnen twee nieuwe woningen worden gebouwd ter vervanging van de te slopen woningen [locaties].
2.2. De door [verzoeker] gevreesde bouw van twee woningen naast zijn perceel is voorzien op gronden waarop de in artikel 10, zesde lid, van de planvoorschriften vervatte wijzigingsbevoegdheid rust en is derhalve eerst toegelaten op basis van een daartoe strekkend wijzigingsplan. Ter zitting heeft de raad verklaard dat voor de betreffende gronden nog geen ontwerp-wijzigingsplan is opgesteld en dat nog niet is verzocht om toepassing van de wijzigingsbevoegdheid, zodat het college van burgemeester en wethouders daartoe vooralsnog geen aanleiding ziet. Aangezien eerst na het inwerkingtreden van een wijzigingsplan, waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend, onomkeerbare gevolgen kunnen ontstaan, is in zoverre geen spoedeisend belang aanwezig.
2.3. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening, zodat het verzoek zal worden afgewezen.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I.M. van der Heijden, ambtenaar van Staat.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Van der Heijden
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2009
516.