ECLI:NL:RVS:2009:BI3694
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.H. van Kreveld
- S.F.M. Wortmann
- W. Sorgdrager
- Rechtspraak.nl
Toekenning van incidentele subsidie voor geluidwerende maatregelen door het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar
In deze zaak gaat het om de toekenning van een incidentele subsidie door het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar aan een appellant voor geluidwerende maatregelen aan zijn woning. Het college heeft op 18 september 2007 besloten om de appellant een subsidie van € 5.500,00 toe te kennen, gebaseerd op artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht. De appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat hij van mening is dat het toegekende bedrag niet in verhouding staat tot de werkelijke kosten van de geluidwerende maatregelen, die volgens een rapport van Cauberg-Huygen op € 7.724,00 zijn geraamd.
Na het ongegrond verklaren van het bezwaar door het college op 19 februari 2008, heeft de appellant beroep ingesteld bij de rechtbank Arnhem. Deze rechtbank heeft de zaak doorverwezen naar de Raad van State, waar de zaak op 7 april 2009 ter zitting is behandeld. De appellant heeft tijdens de zitting zijn standpunt toegelicht, waarbij hij benadrukte dat het college niet voldoende heeft onderbouwd waarom het bedrag van € 5.500,00 is vastgesteld. Het college heeft aangevoerd dat dit bedrag gelijk is aan wat andere bewoners die zelf maatregelen hebben getroffen, hebben ontvangen.
De Raad van State heeft geoordeeld dat het college niet voldoende heeft aangetoond waarop het bedrag van € 5.500,00 is gebaseerd. De enkele verwijzing naar een kostenraming van de gemeente Arnhem is niet voldoende om de hoogte van de subsidie te rechtvaardigen. De Raad van State heeft het beroep van de appellant gegrond verklaard en het besluit van het college van 19 februari 2008 vernietigd. Tevens is bepaald dat de gemeente Zevenaar het griffierecht van € 145,00 aan de appellant moet vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van een deugdelijke motivering bij besluiten van bestuursorganen.