ECLI:NL:RVS:2009:BI2957
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.E.M. Polak
- J. Willems
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor kantoorunit in agrarisch gebied
Op 26 juni 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Heerde een bouwvergunning voor het plaatsen van een kantoorunit op een perceel in de gemeente Heerde. Dit besluit werd door [wederpartijen] aangevochten, wat leidde tot een uitspraak van de rechtbank Zutphen op 12 februari 2009, waarin het beroep van [wederpartijen] gegrond werd verklaard. De rechtbank vernietigde het besluit van het college van 29 januari 2008, waarin het bezwaar van [wederpartijen] ongegrond was verklaard, en droeg het college op om een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij het tevens verzocht heeft om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 23 april 2009 behandeld. De voorzitter oordeelde dat de situering van de kantoorunit in strijd is met het bestemmingsplan "Agrarisch Gebied", maar dat het hoger beroep zich richtte tegen de erkenning van [wederpartijen] als belanghebbende.
De voorzitter concludeerde dat het college niet kan worden gevergd om een vrijstellingsprocedure te doorlopen, omdat het van mening is dat [wederpartijen] geen belanghebbende is. Echter, de voorzitter oordeelde dat het college in zijn eerdere besluit [wederpartijen] zelf als belanghebbende had aangemerkt. Gezien de omstandigheden en het feit dat het besluit van 29 januari 2008 onrechtmatig was, werd er geen aanleiding gezien voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het college werd veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan [wederpartijen].