ECLI:NL:RVS:2009:BH7707
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- Th.G. Drupsteen
- W.D.M. van Diepenbeek
- W. Sorgdrager
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding door college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch op 14 maart 2007 een verzoek om schadevergoeding van de appellant afgewezen. De appellant had eerder, op 5 december 2006, het college verzocht om schadevergoeding wegens het niet tijdig beslissen op zijn verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingsmiddelen met betrekking tot een nabijgelegen supermarkt. De appellant stelde dat hij hierdoor schade had geleden, met kosten van juridische bijstand en technisch advies tot gevolg. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant ongegrond op 16 oktober 2007, waarna de appellant beroep aantekende bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, die de zaak doorstuurde naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Tijdens de zitting op 26 januari 2009 werd het college vertegenwoordigd door mr. P.W.G.M. Christophe. De Afdeling oordeelde dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor de door hem gemaakte kosten, zoals facturen van juridische bijstand en technisch advies. De Afdeling concludeerde dat er geen causaal verband was tussen de gemaakte kosten en het vermeende schadeveroorzakend handelen van het college. De kosten die de appellant had gemaakt in de bezwaarfase konden niet worden vergoed via een verzoek om schadevergoeding, omdat de Algemene wet bestuursrecht hiervoor een exclusief kader biedt.
Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep van de appellant ongegrond en bevestigde de afwijzing van het verzoek om schadevergoeding door het college. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 25 maart 2009.