ECLI:NL:RVS:2009:BH7653
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- P. Plambeck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake ondergrondse inzamelvoorziening voor huishoudelijk restafval in Amsterdam
Op 16 maart 2009 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer van de gemeente Amsterdam had op 14 oktober 2008 besloten om een locatie vast te stellen voor een ondergrondse inzamelvoorziening voor huishoudelijk restafval. Dit besluit werd op 23 oktober 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben de verzoekers, bewoners van de omgeving, op 3 december 2008 beroep ingesteld en op 24 februari 2009 verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter heeft het verzoek op 2 maart 2009 ter zitting behandeld, waarbij zowel de verzoekers als vertegenwoordigers van het dagelijks bestuur aanwezig waren.
De verzoekers voerden aan dat de gekozen locatie voor de ondergrondse afvalcontainer gevaarlijke verkeerssituaties zou veroorzaken en dat het ten koste zou gaan van parkeerplaatsen en de toegankelijkheid voor een minder valide persoon. Het dagelijks bestuur daarentegen stelde dat de verkeerssituatie veilig was en dat de locatie was gekozen op basis van de criteria in de Afvalstoffenverordening Oost/Watergraafsmeer 2004. De voorzitter oordeelde dat de bezwaren van de verzoekers niet voldoende onderbouwd waren en dat de verkeersveiligheid niet in het geding was. De voorzitter concludeerde dat het dagelijks bestuur in redelijkheid de locatie had kunnen aanwijzen, ondanks de afwijking van de loopafstandseisen.
Uiteindelijk werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 16 maart 2009.