ECLI:NL:RVS:2009:BH6992
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- T.M.A. Claessens
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit staatssecretaris van Justitie inzake verblijfsvergunning en hoorplicht
In deze zaak heeft de Raad van State op 10 maart 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de staatssecretaris van Justitie. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 10 oktober 2007 was afgewezen. Het bezwaar van de vreemdeling tegen deze afwijzing werd op 7 februari 2008 ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats 's Hertogenbosch, verklaarde op 30 mei 2008 het beroep van de vreemdeling gegrond en vernietigde het besluit van de staatssecretaris. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Raad van State oordeelde dat de voorzieningenrechter buiten de grenzen van het geschil was getreden door de positie van de echtgenoot van de vreemdeling te beoordelen in het licht van het vrij verkeer van goederen. De staatssecretaris had zich moeten beperken tot de beoordeling van de door de vreemdeling ingeroepen rechten. De Raad oordeelde dat de grief van de staatssecretaris slaagde, en dat de uitspraak van de voorzieningenrechter vernietigd diende te worden. De Raad concludeerde dat het besluit van de staatssecretaris van 7 februari 2008 vernietigd moest worden wegens schending van de hoorplicht, maar dat de rechtsgevolgen van dat besluit in stand bleven, omdat de vreemdeling de gelegenheid had gehad haar beroep op het gelijkheidsbeginsel nader toe te lichten.
De Raad van State heeft de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling en heeft bepaald dat het door de vreemdeling betaalde griffierecht vergoed dient te worden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de Afdeling bestuursrechtspraak.