ECLI:NL:RVS:2009:BH6939
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- M.G.J. Parkins de Vin
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verblijfsvergunning en medische noodsituatie in Marokkaanse gevangenis
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Dordrecht, die op 19 augustus 2008 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd had goedgekeurd. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, maar deze was afgewezen omdat hij niet beschikte over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). De staatssecretaris had het bezwaar van de vreemdeling ongegrond verklaard, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had onderzocht of de vreemdeling in de Marokkaanse gevangenis het gebruik van een CPAP-apparaat zou kunnen krijgen, wat essentieel was voor zijn medische situatie.
De Raad van State oordeelde dat de voorzieningenrechter ten onrechte had overwogen dat de staatssecretaris de verplichting had om te onderzoeken of de vreemdeling in de gevangenis het gebruik van het apparaat zou kunnen krijgen. De Raad benadrukte dat de feitelijke toegankelijkheid van medische zorg in het land van herkomst niet bij de beoordeling van de aanvraag betrokken dient te worden, tenzij er sprake is van een medische noodsituatie die niet kan worden genegeerd. De staatssecretaris had in zijn besluit het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) betrokken, waaruit bleek dat de vreemdeling lijdt aan een slaap-apneusyndroom, maar dat er voldoende behandelmogelijkheden in Marokko aanwezig zouden zijn.
De Raad van State verklaarde het hoger beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de voorzieningenrechter en verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond. De Raad concludeerde dat de staatssecretaris in redelijkheid had kunnen besluiten om de hardheidsclausule niet toe te passen, gezien de omstandigheden van de vreemdeling en zijn verblijfsstatus in Nederland.