ECLI:NL:RVS:2009:BH1870
Raad van State
- Hoger beroep
- S.F.M. Wortmann
- F.B. van der Maesen de Sombreff
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor gedeeltelijke vergroting van een woning te Oisterwijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda, die op 8 april 2008 het beroep van [appellant] tegen de bouwvergunning van het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk ongegrond verklaarde. De bouwvergunning, verleend op 19 december 2006, betrof de gedeeltelijke vergroting van een woning op een perceel te Oisterwijk. [Appellant] stelde dat er in afwijking van de verleende vergunning werd gebouwd en dat dit de bereikbaarheid van zijn bedrijf ernstig belemmerde, aangezien er een erfdienstbaarheid op het perceel rustte.
De Raad van State overwoog dat de kwestie van handhaving niet aan de orde kon komen in de procedure tot het verlenen van de bouwvergunning. [Appellant] werd geadviseerd om een verzoek om handhaving in te dienen bij het college. Daarnaast werd vastgesteld dat de bouwvergunning, gelet op artikel 44 van de Woningwet, niet kon worden geweigerd op basis van de gestelde inbreuk op de erfdienstbaarheid.
Uiteindelijk verklaarde de Raad van State het hoger beroep ongegrond en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en openbaar uitgesproken op 4 februari 2009.