ECLI:NL:RVS:2009:BH1316
Raad van State
- Hoger beroep
- P.A. Offers
- O. van Loon
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak over de afwijzing van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd voor een vreemdeling uit Burundi
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling uit Burundi tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Maastricht, die op 23 oktober 2008 zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd ongegrond verklaarde. De staatssecretaris van Justitie had op 10 oktober 2007 de aanvraag van de vreemdeling afgewezen, wat leidde tot de rechtsgang. De vreemdeling stelde dat er wel degelijk een binnenlands gewapend conflict in Burundi was, wat zijn aanvraag zou rechtvaardigen.
De Raad van State, in zijn uitspraak van 21 januari 2009, bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat de argumenten van de vreemdeling niet voldoende waren om de uitspraak van de rechtbank te weerleggen. De Raad concludeerde dat er geen vragen waren die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoefden. Daarom werd het hoger beroep kennelijk ongegrond verklaard.
De Raad van State besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.