ECLI:NL:RVS:2009:BH0443
Raad van State
- Hoger beroep
- P.A. Offers
- M.W. Wijers
- Rechtspraak.nl
Weigering lichte bouwvergunning voor berging door college van burgemeester en wethouders van Zaanstad
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad op 21 maart 2007 een lichte bouwvergunning geweigerd voor de bouw van een berging op een perceel in Zaanstad. De wederpartij, die de vergunning had aangevraagd, heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar op 6 juli 2007 ongegrond. De wederpartij ging vervolgens in beroep bij de rechtbank Haarlem, die op 20 februari 2008 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van het college vernietigde. Het college heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 31 maart 2008 is ingediend.
De Raad van State heeft de zaak behandeld op 23 december 2008. Het college betoogde dat de rechtbank had miskend dat de berging visueel niet waarneembaar was als losstaand van de woning, en dat deze daarom als aanbouw beoordeeld moest worden in plaats van als bijgebouw. De rechtbank had echter terecht overwogen dat de berging, die zich op slechts vijf centimeter van de woning bevond, als bijgebouw moest worden aangemerkt volgens de Welstandsnota Zaanstad. De welstandscommissie had het bouwplan getoetst aan de welstandscriteria voor Kleine plannen, die andere eisen stellen aan de gevelkleur en het materiaalgebruik dan de criteria voor aanbouwen.
De Raad van State oordeelde dat het college het welstandsadvies niet zonder meer aan het bestreden besluit ten grondslag had mogen leggen, gezien de gebreken in het advies. Het hoger beroep van het college werd ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Tevens werd bepaald dat de gemeente Zaanstad griffierecht van € 433,00 dient te betalen.