ECLI:NL:RVS:2008:BG8658

Raad van State

Datum uitspraak
31 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200802713/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • W. van Hardeveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een onherroepelijke uitspraak in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 31 december 2008 uitspraak gedaan op het verzoek van een verzoeker tot herziening van een eerdere uitspraak van 4 juli 2007. De verzoeker had de Afdeling verzocht om herziening op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat hij meende dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die niet bekend waren vóór de eerdere uitspraak. De zaak betrof een geschil over de werkingssfeer van de Gebruiksverordening Tweede Woningen in de gemeente Veere.

De Afdeling heeft het verzoek behandeld op 28 november 2008, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. N.S.J. Koeman, en het college van burgemeester en wethouders van Veere was vertegenwoordigd door ambtenaar J.M. Reijnhoudt. De Afdeling overwoog dat de verzoeker niet had aangetoond dat de door hem ingebrachte stukken, waaronder een verslag van een raadsvergadering en correspondentie, feiten of omstandigheden waren die hem niet bekend konden zijn vóór de eerdere uitspraak. De Afdeling concludeerde dat deze stukken redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn en dat het verzoek om herziening daarom niet kon worden toegewezen.

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft uiteindelijk het verzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot herziening van de eerdere uitspraak. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 31 december 2008.

Uitspraak

200802713/1.
Datum uitspraak: 31 december 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het verzoek van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
om herziening (artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht) van de uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met toepassing van artikel 8:86 van die wet van 4 juli 2007, in zaak nrs. <a target="_blank" href="http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_veld=200703756/1%20en%20200703756/2&verdict_id=17576&utm_id=1&utm_source=Zoeken_in_uitspraken&utm_campaign=uitspraken&utm_medium=internet&utm_content=200703756/1%20en%20200703756/2&utm_term=200703756/1%20en%20200703756/2">200703756/1 en 200703756/2</a>.
1. Procesverloop
Bij uitspraak van 4 juli 2007, in zaak nrs. <a target="_blank" href="http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_veld=200703756/1%20en%20200703756/2&verdict_id=17576&utm_id=1&utm_source=Zoeken_in_uitspraken&utm_campaign=uitspraken&utm_medium=internet&utm_content=200703756/1%20en%20200703756/2&utm_term=200703756/1%20en%20200703756/2">200703756/1 en 200703756/2</a>, heeft de voorzitter van de Afdeling, voor zover thans van belang, de aangevallen uitspraak bevestigd. De uitspraak is aangehecht.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 april 2008, heeft [verzoeker] de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 november 2008, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. N.S.J. Koeman, advocaat te Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van Veere, vertegenwoordigd door J.M. Reijnhoudt, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de Afdeling op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Afdeling eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2.2. Het betoog van [verzoeker] dat het verslag van de openbare raadsvergadering van Domburg gehouden op 12 oktober 1993 en de door [verzoeker] overgelegde correspondentie met betrekking tot de werkingssfeer van de Gebruiksverordening Tweede Woningen Veere omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb opleveren, faalt. Deze stukken hadden bij [verzoeker] redelijkerwijs bekend kunnen zijn vóór de uitspraak waarvan herziening is gevraagd. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat verordeningen plegen tot stand te komen na discussies in de gemeenteraad.
2.3. Het verzoek dient te worden afgewezen, nu zich geen feiten of omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W. van Hardeveld, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Van Hardeveld
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 december 2008
312-497.