ECLI:NL:RVS:2008:BG8620

Raad van State

Datum uitspraak
31 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200804308/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Registratie in de gemeentelijke basisadministratie van ontbinding huwelijk en nieuw huwelijk

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van B. [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 29 april 2008. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had op 24 januari 2007 het verzoek van [appellant] om registratie in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) van de ontbinding van zijn huwelijk met [echtgenote sub 1] en van zijn huwelijk met [echtgenote sub 2], dat op 23 augustus 2006 in Iran was gesloten, afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar door het college op 20 april 2007, heeft de rechtbank de eerdere beslissing bevestigd. B. [appellant] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, dat op 11 juni 2008 bij de Raad van State is ingekomen.

Tijdens het hoger beroep heeft het college alsnog de registratie in de GBA uitgevoerd, wat leidde tot de vraag of er nog belang bestond bij een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 november 2008 de zaak behandeld. Gezien het feit dat de registratie inmiddels had plaatsgevonden, oordeelde de Afdeling dat [appellant] geen belang meer had bij de beoordeling van zijn hoger beroep. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd openbaar gedaan op 31 december 2008, waarbij de proceskosten niet werden vergoed.

Uitspraak

200804308/1.
Datum uitspraak: 31 december 2008.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te Rotterdam,
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/1799 van de rechtbank Rotterdam van 29 april 2008 in het geding tussen:
B. [appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 januari 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (hierna: het college) het verzoek van [appellant] om over te gaan tot registratie in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: GBA) van de ontbinding van het in de GBA geregistreerde huwelijk met [echtgenote sub 1] en van het op 23 augustus 2006 in Iran gesloten huwelijk met [echtgenote sub 2], afgewezen.
Bij besluit van 20 april 2007 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 29 april 2008, verzonden op 7 mei 2008, heeft de rechtbank Rotterdam het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2008, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting aan de orde gesteld op 19 november 2008.
2. Overwegingen
2.1. Nadat hangende het hoger beroep alle door het college verlangde bescheiden waren overgelegd, is het college alsnog overgegaan tot registratie in de GBA van de ontbinding van het in de GBA geregistreerde huwelijk van [appellant] met [echtgenote sub 1] en van het huwelijk met [echtgenote sub 2]. Het college heeft hiertoe uittreksels uit de GBA overgelegd, gedateerd op 15 juli 2008 en 13 augustus 2008. Aangezien [appellant] geen feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht op grond waarvan desondanks moet worden geoordeeld dat nog belang bestaat bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, moet worden geoordeeld dat [appellant] geen belang meer heeft bij een beoordeling van zijn hoger beroep.
2.2. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding,
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. M. Vlasblom, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat.
w.g. Vlasblom w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 31 december 2008.
97-581.