ECLI:NL:RVS:2008:BG5708
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- H. Troostwijk
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting naar China
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, waarin de rechtbank de vreemdeling in vreemdelingenbewaring heeft gesteld. De rechtbank heeft op 3 november 2008 geoordeeld dat de maatregel van bewaring opgeheven moest worden, omdat er geen zicht op uitzetting naar China was. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de rechtbank ten onrechte heeft nagelaten te onderzoeken of de vreemdeling voldoende heeft gedaan om een reisdocument te verkrijgen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 17 november 2008 behandeld. De staatssecretaris heeft aangevoerd dat de afgifte van twee laissez passer door de Chinese autoriteiten in september en oktober 2008 een aanwijzing is voor een verandering in de opstelling van de Chinese autoriteiten. De Afdeling oordeelt echter dat, ondanks deze afgifte, het aantal te beperkt is om te concluderen dat er zicht op uitzetting bestaat. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende concrete aanwijzingen heeft gegeven dat de Chinese autoriteiten bereid zijn om een laissez passer te verstrekken voor de vreemdeling. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de staatssecretaris tot vergoeding van proceskosten aan de vreemdeling.