ECLI:NL:RVS:2008:BG5659
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- B. van Wagtendonk
- M.G.J. Parkins-de Vin
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en de belangenafweging bij uitblijven categoriewijziging
In deze zaak gaat het om de vreemdelingenbewaring van een vreemdeling die op 20 september 2008 in bewaring is gesteld. De staatssecretaris van Justitie heeft deze maatregel opgelegd op basis van het feit dat de vreemdeling zich niet heeft gemeld bij de korpschef, geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, en niet beschikt over voldoende middelen van bestaan. De vreemdeling heeft op 26 september 2008 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. De rechtbank 's-Gravenhage heeft op 8 oktober 2008 geoordeeld dat het uitblijven van een categoriewijziging de bewaring onrechtmatig maakt, omdat de belangen die met de voortzetting van de bewaring gediend zijn, niet in redelijke verhouding staan tot de ernst van het gebrek. De staatssecretaris heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 18 november 2008 geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat er sprake was van onevenwichtigheid in de belangenafweging. De staatssecretaris was op het moment van de uitspraak van de rechtbank nog gehouden om binnen vier weken op de aanvraag van de vreemdeling te beslissen, en deze termijn was op dat moment nog niet verstreken. De Raad van State concludeert dat de staatssecretaris op basis van de feiten en omstandigheden het vermoeden kon ontlenen dat de vreemdeling zich aan uitzetting zou onttrekken. De rechtbank heeft ten onrechte doorslaggevend gewicht toegekend aan de omstandigheid dat er een week was verstreken zonder dat een categoriewijziging had plaatsgevonden, en dat de vreemdeling niet was veroordeeld voor een misdrijf en niet ongewenst was verklaard.
De Raad van State verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de vreemdeling ongegrond. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen.