ECLI:NL:RVS:2008:BG5305
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- W.G. Timmerman
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor veehouderij in Neder-Betuwe
Op 12 augustus 2008 verleende het college van burgemeester en wethouders van Neder-Betuwe een vergunning voor het oprichten en in werking hebben van een veehouderij aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 4 september 2008 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben onder meer [verzoekers] op 3 oktober 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, K. Brink, heeft het verzoek op 11 november 2008 ter zitting behandeld, waar [verzoekers] in persoon en bijgestaan door mr. M.J. Smaling, en het college, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. van der Velden en ing. R.J.M. Kerkhof, aanwezig waren.
De voorzitter oordeelde dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen. Dit oordeel was voorlopig en niet bindend voor de bodemprocedure. De voorzitter stelde vast dat de vergunning was verleend voor het houden van 4620 gespeende biggen in een stal met een chemisch luchtwassysteem, maar dat de benodigde bouwvergunning nog niet was aangevraagd. Hierdoor was het niet aannemelijk dat de bouwvergunning op korte termijn zou worden verleend, wat betekende dat de oprichtingsvergunning niet in werking kon treden. Er was geen sprake van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening vereiste.
Daarom wees de voorzitter het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 18 november 2008.