ECLI:NL:RVS:2008:BG5101
Raad van State
- Hoger beroep
- B. van Wagtendonk
- T.M.A. Claessens
- P.B.M.J. van der Beek Gillessen
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling van aanvraag verblijfsvergunning regulier en de noodzaak van in persoon verschijnen
In deze zaak gaat het om de buitenbehandelingstelling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier door de staatssecretaris van Justitie. De vreemdeling had op 9 oktober 2006 een aanvraag ingediend, maar op 1 november 2006 niet in persoon de benodigde documenten overgelegd, ondanks een verzoek daartoe. De staatssecretaris stelde dat de aanvraag onvolledig was omdat de vreemdeling niet in persoon was verschenen om de noodzakelijke gegevens te overleggen. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris de aanvraag niet buiten behandeling had mogen stellen, omdat de wet niet vereist dat de vreemdeling in persoon moet verschijnen om de aanvraag te completeren. De Raad van State oordeelde dat de staatssecretaris niet kon volhouden dat de aanvraag onvolledig was enkel omdat de vreemdeling niet in persoon was verschenen. De Raad volgde de eerdere uitspraak waarin werd gesteld dat een aanvraag zowel in persoon als niet in persoon kan worden ingediend. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de vreemdeling ongegrond, omdat de vreemdeling niet de vereiste documenten had overgelegd, wat leidde tot de conclusie dat de aanvraag onvolledig was. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor vreemdelingen om de juiste documenten te overleggen bij hun aanvraag voor een verblijfsvergunning, ongeacht de wijze van indiening.