200802264/1.
Datum uitspraak: 5 november 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te Hengelo,
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/1025 van de rechtbank Almelo van 15 februari 2008 in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Hengelo.
Bij besluit van 21 december 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hengelo (hierna: het college) het verzoek van [appellante] om gegevens betreffende haar huwelijk zoals die zijn geregistreerd in de gemeentelijke basisadministratie (hierna: GBA) te wijzigen, afgewezen.
Bij besluit van 31 juli 2007 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 15 februari 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 28 maart 2008, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 september 2008, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. R. Kaya, advocaat te Enschede, en het college, vertegenwoordigd door M.S. van Dijk, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2.1. Ingevolge artikel 34, eerste lid, onder a, ten eerste, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: de Wet GBA) worden in de basisadministratie van de gemeente van inschrijving gegevens over de burgerlijke staat opgenomen.
Ingevolge artikel 36, tweede lid, worden de gegevens over de burgerlijke staat, indien zij feiten betreffen die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b of c, bij gebreke ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder d en bij gebreke ten slotte ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder e:
a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand;
b. een in Nederland gedane rechterlijke uitspraak over het desbetreffende feit die in kracht van gewijsde is gegaan;
c. een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot bewijs te dienen van het desbetreffende feit, of een over dat feit gedane rechterlijke uitspraak, of bij gebreke daarvan een akte van bekendheid of beëdigde verklaring, bedoeld in artikel 45 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
d. een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is vermeld;
e. een verklaring die betrokkene ten overstaan van een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift is gesteld en door betrokkene is ondertekend.
Ingevolge artikel 37, eerste lid, mogen indien aannemelijk is dat omtrent een gegeven over het huwelijk en de eerdere huwelijken, over de echtgenoot en de eerdere echtgenoten, een geschrift als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder c of d, kan worden verschaft, deze gegevens niet aan een geschrift als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder e, worden ontleend.
Ingevolge het tweede lid worden aan een geschrift als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder c, d of e, alsmede artikel 36, derde lid, geen gegevens ontleend, voor zover de Nederlandse openbare orde zich verzet tegen de erkenning van de rechtsgeldigheid van de in deze geschriften vermelde feiten.
Ingevolge het derde lid, worden aan een geschrift als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder d en e, geen gegevens ontleend, indien aannemelijk is dat de gegevens onjuist zijn.
Ingevolge artikel 82, eerste lid, voldoet het college van burgemeester en wethouders binnen vier weken kosteloos aan het verzoek van betrokkene hem betreffende gegevens in de basisadministratie te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist dan wel onvolledig zijn of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.
Ingevolge artikel 83, aanhef en onder f, wordt een beslissing van het college van burgemeester en wethouders om niet te voldoen aan een verzoek als bedoeld in de artikelen 79 tot en met 82 gelijkgesteld met een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
2.2. Het college heeft het verzoek van [appellante] afgewezen, omdat zij er niet in is geslaagd overtuigend te bewijzen dat de gegevens in de GBA feitelijk onjuist zijn en gewijzigd moeten worden.
2.3. [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat haar verzoek, om door middel van getuigen aan te tonen dat zij ongehuwd is, door het college, gelet op het gesloten systeem van brondocumenten, terecht is afgewezen. Volgens [appellante] verwijt de rechtbank haar het disfunctioneren van het apparaat van gegevensverstrekking van het land van herkomst. Zij heeft immers al het mogelijke in het werk gesteld om een document uit Turkije te ontvangen, echter tevergeefs. Het laatste middel waarover zij beschikt om haar stelling te staven, is volgens [appellante] de verklaring van getuigen. Gelet op het bepaalde in artikel 36, tweede lid, onder e, van de Wet GBA vallen getuigenverklaringen ook onder het systeem van brondocumenten, nu deze niet wezenlijk verschillen van een door haar afgelegde verklaring, aldus [appellante].
2.3.1. Voorop staat dat de gegevens in de basisadministratie betrouwbaar en duidelijk moeten zijn. De gebruikers van de gegevens moeten erop kunnen vertrouwen dat de gegevens in beginsel juist zijn. Voor de gegevens omtrent de burgerlijke staat die niet aan de Nederlandse burgerlijke stand kunnen worden ontleend, is een rangorde aangegeven in de geschriften waaraan deze gegevens mogen worden ontleend. Aan een 'lager' document mogen gegevens worden ontleend wanneer op het moment van inschrijving in redelijkheid geen beter document kan worden overgelegd. Dit doet evenwel niet af aan de plicht van de burger om eventueel na de inschrijving alsnog zo sterk mogelijke documenten te leveren (TK 1988-1989, 21 123, nr. 3, blz. 44 en 45).
[appellante] is vanaf […] 1992 ingeschreven in het toenmalige bevolkingsregister van de gemeente Hengelo als zijnde gehuwd met [echtgenoot]. De gegevens zijn opgetekend op basis van een door [appellante] afgelegde en ondertekende verklaring ten overstaan van een ambtenaar van de gemeente Hengelo.
De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat gegevens in de GBA slechts onder omstandigheden, na overtuigend bewijs, kunnen worden gewijzigd en uitsluitend indien daartoe een door de wet aangewezen geschikt document wordt overgelegd. Met de rechtbank wordt geoordeeld dat [appellante] er niet in is geslaagd overtuigend te bewijzen dat de in 1992 door haar verstrekte gegevens feitelijk onjuist zijn. [appellante] heeft immers geen geschrift als bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Wet GBA overgelegd. Anders dan [appellante] betoogt, staat artikel 36, tweede lid, van de Wet GBA bewijs door middel van getuigenverklaringen niet toe. [appellante] heeft niet aannemelijk gemaakt dat de gegevens omtrent haar huwelijkse staat niet kunnen worden verkregen aan de hand van brondocumenten in de zin van artikel 36, tweede lid, van de Wet GBA.
De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat het college zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat van de juistheid van de in 1992 ten overstaan van de bevolkingsambtenaar afgelegde verklaring moet worden uitgegaan, nu niet onomstotelijk vaststaat dat deze feitelijk onjuist is. Het betoog faalt.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Altena w.g. Neuwahl
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 november 2008