ECLI:NL:RVS:2008:BF7201
Raad van State
- Hoger beroep
- A.W.M. Bijloos
- A.J. Soede
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen bouwvergunning en vrijstelling door college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, die op 14 december 2007 het beroep van [appellant] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer ongegrond verklaarde. Het college had op 10 februari 2005 aan [vergunninghoudster] een vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het gedeeltelijk vergroten van de verdieping van een kantoorgebouw op het perceel [locatie] te [plaats].
Na een nadere vrijstelling op 17 november 2006, die het college verleende, heeft [appellant] bezwaar gemaakt tegen het besluit van 10 februari 2005. De rechtbank oordeelde dat [appellant] zijn stellingen niet voldoende had onderbouwd en dat er geen termen waren om het besluit van het college voor onjuist te houden. [appellant] stelde dat hij als eigenaar/bewoner van het naastgelegen perceel hinder en schade ondervond door de verleende vergunning, maar deze stellingen werden door de rechtbank niet als voldoende onderbouwd beschouwd.
Tijdens de zitting op 10 september 2008, waar zowel [appellant] als vertegenwoordigers van het college en [vergunninghoudster] aanwezig waren, werd het hoger beroep behandeld. De rechtbank had eerder de pleitnota van [appellant] niet in de beoordeling betrokken, omdat deze niet in lijn was met de eerder ingediende stellingen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 8 oktober 2008.