ECLI:NL:RVS:2008:BF7190
Raad van State
- Hoger beroep
- J.E.M. Polak
- H. Troostwijk
- C.J.M. Schuyt
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning voor kelder onder schuur in Emmen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, waarin het beroep van appellanten tegen de verlening van een bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Emmen ongegrond werd verklaard. De bouwvergunning, verleend op 8 december 2005, betrof de bouw van een kelder onder een deel van een schuur op een perceel in Emmen. Appellanten, bewoners van de nabijgelegen woningen, stelden dat de bouwvergunning ten onrechte was verleend, omdat de mestkelder op de bouwtekening op een andere plaats was voorzien dan waar deze feitelijk werd gerealiseerd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het college de bouwvergunning terecht had verleend, aangezien het stelsel van de Woningwet geen ruimte biedt voor een beslissing omtrent de bouwvergunning anders dan op basis van de aanvraag. De Afdeling bevestigde dat de afwijking van de bouwtekening niet ter beoordeling kon staan in deze procedure, omdat dit een kwestie van handhaving betreft.
Daarnaast betoogden appellanten dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het Besluit landbouw milieubeheer van toepassing was op de inrichting van de vergunninghouder. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat het pension van appellanten, dat op meer dan 50 meter afstand van de inrichting van de vergunninghouder ligt, als een categorie III-object moet worden aangemerkt. De rechtbank had met juistheid overwogen dat de hoofdactiviteit van het pension logiesverstrekking is en dat de melding van de vergunninghouder niet ter beoordeling kon staan in deze procedure. De Afdeling concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.