Uitspraak
200705923/1, heeft overwogen, geen betekenis voor een op grond van de Wro vast te stellen plan.
Raad van State
Op 21 september 2007 heeft de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer besloten over de goedkeuring van het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Heron', vastgesteld door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland op 27 maart 2007. Tegen dit besluit hebben de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp op 15 januari 2008 beroep ingesteld bij de Raad van State. De gronden van het beroep zijn later aangevuld op 13 februari 2008. De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 28 augustus 2008 ter zitting behandeld. De raad en het college waren vertegenwoordigd door mr. R. Lever, advocaat te Leiden, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door mr. W.J.A. Vellekoop, ambtenaar van het ministerie. Ook het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland was als partij gehoord, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Besselink, advocaat te Den Haag.
In de uitspraak van 1 oktober 2008 oordeelde de Afdeling dat het beroep niet-ontvankelijk was. Dit was het gevolg van de onthouding van goedkeuring aan het bestemmingsplan, waardoor de bezwaren van de raad en het college niet meer relevant waren. De Afdeling merkte op dat de bezwaren van de raad en het college aan de orde kunnen komen bij de totstandkoming van een nieuw plan onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking trad. De Afdeling concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.