ECLI:NL:RVS:2008:BF3859

Raad van State

Datum uitspraak
23 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200805220/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • P. Plambeck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuurlijke handhaving schietinrichting

Op 17 juni 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet een verzoek van [verzoeker] om bestuurlijke handhavingsmaatregelen met betrekking tot de schietinrichting van de Vereniging Nationaal Jachtschietcentrum Berkenhorst afgewezen. [Verzoeker] heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 9 september 2008 behandeld. Tijdens de zitting heeft [verzoeker] zijn standpunten toegelicht, terwijl de vereniging werd vertegenwoordigd door [gemachtigden].

De voorzitter overweegt dat de grond van [verzoeker] dat hij niet tijdig is uitgenodigd voor een hoorzitting geen betrekking heeft op de rechtmatigheid van het besluit. Daarnaast stelt [verzoeker] dat de vereniging niet is begonnen met het saneren van bodemverontreiniging, maar de voorzitter concludeert dat het college van gedeputeerde staten van Gelderland bevoegd is tot handhaving in deze kwestie.

Verder betoogt [verzoeker] dat de vereniging geen onderzoek heeft verricht naar de milieugevolgen van een voorgenomen uitbreiding en dat er bouwwerken zijn zonder bouwvergunning. De voorzitter oordeelt dat deze gronden niet relevant zijn voor de voorlopige voorziening. Ook de klachten over geluidsoverlast worden niet gegrond bevonden, omdat de oefeningen grotendeels inpandig plaatsvinden.

Uiteindelijk wijst de voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 september 2008.

Uitspraak

200805220/1.
Datum uitspraak: 23 september 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats], gemeente Nunspeet,
en
het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 juni 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet (hierna: het college) een verzoek van [verzoeker] om toepassing van bestuurlijke handhavingsmaatregelen met betrekking tot de schietinrichting van de vereniging Vereniging Nationaal Jachtschietcentrum Berkenhorst (hierna: de vereniging) op het perceel Stakenbergweg 60 te Elspeet, gemeente Nunspeet, afgewezen.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] bezwaar gemaakt.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 juli 2008, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 9 september 2008, waar [verzoeker], in persoon, en de vereniging, vertegenwoordigd door [gemachtigden], zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Voor zover [verzoeker] stelt dat hij naar aanleiding van zijn bezwaarschrift niet tijdig is uitgenodigd voor een hoorzitting van de commissie bezwaarschriften, overweegt de voorzitter dat deze grond geen betrekking heeft op de rechtmatigheid van het ter beoordeling staande besluit en reeds hierom faalt.
2.2. [verzoeker] betoogt, kort weergegeven, dat de vereniging ten onrechte niet is aangevangen met het saneren van het binnen de schietinrichting aanwezige geval van bodemverontreiniging.
2.2.1. Gelet op artikel 95, vierde lid, aanhef en onder c, van de Wet bodembescherming is het college van gedeputeerde staten van Gelderland en niet het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet bevoegd tot toepassing van bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen met betrekking tot de sanering van het geval van bodemverontreiniging binnen de schietinrichting. In zoverre bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
2.3. Voor zover [verzoeker] aanvoert dat de vereniging ten onrechte geen onderzoek heeft verricht naar de milieugevolgen vanwege een voorgenomen uitbreiding van de inrichting, overweegt de voorzitter dat dit geen overtreding oplevert waartegen het college handhavend kan optreden.
2.4. [verzoeker] voert aan dat binnen de inrichting bouwwerken aanwezig zijn waarvoor geen bouwvergunning is verleend. Tevens worden volgens hem de voor het houden van evenementen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening benodigde evenementenvergunningen niet of niet tijdig aangevraagd.
Deze gronden van het verzoek hebben geen betrekking op het belang van de bescherming van het milieu en vergen naar het oordeel van de voorzitter in deze voorlopige voorzieningsprocedure geen beoordeling.
2.5. [verzoeker] betoogt dat als gevolg van oefeningen van hoornblazers de aan de vergunning verbonden geluidgrenswaarden niet worden nageleefd.
2.5.1. Ter zitting is gebleken dat de door [verzoeker] bedoelde oefeningen grotendeels inpandig plaatsvinden. Gelet hierop acht de voorzitter het niet aannemelijk dat de geluidgrenswaarden worden overschreden.
2.6. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Plambeck
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 september 2008
159-542.