ECLI:NL:RVS:2008:BF1021

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200708215/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning voor woning op perceel na sloop van café

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, waarin het beroep van appellanten tegen de verlening van een bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Enschede ongegrond werd verklaard. De bouwvergunning werd verleend voor de bouw van een woning op een perceel waar voorheen een café stond dat in 1999 was gesloten en in mei 2006 was gesloopt. Appellanten betogen dat de nieuwe woning moet worden aangemerkt als vervangende nieuwbouw, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet het geval is. De Raad van State bevestigt dit oordeel en stelt dat de planvoorschriften voor het toevoegen van een woning niet vereisen dat er een bestaande woning moet worden gesloopt. De nieuwe woning is op een andere plaats op het perceel gepland dan waar het café was gesitueerd, en de planologische situatie is bepalend voor de toetsing van het bouwplan. De Raad van State oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200708215/1.
Datum uitspraak: 17 september 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/357 van de rechtbank Almelo van 16 oktober 2007 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Enschede.
1. Procesverloop
Bij besluit van 17 oktober 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede (hierna: het college) aan [vergunninghouder] bouwvergunning verleend voor een woning op de [locatie] te [plaats] (hierna: het perceel).
Bij besluit van 21 februari 2007 heeft het college het daartegen door [appellanten] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 16 oktober 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het daartegen door [appellanten] ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 november 2007, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juli 2008, waar [een der appellanten], in persoon en bijgestaan door mr. Th.H.W. Juta, en het college, vertegenwoordigd door W.D. Piek, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [vergunninghouder], vertegenwoordigd door M.P. Rasker-Krijgsman, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Op het perceel stond een café dat door [vergunninghouder] werd geëxploiteerd. In 1999 heeft deze de exploitatie beëindigd waarna het café als woonhuis is gebruikt. Dit voormalige café/woonhuis is in mei 2006 gesloopt. Het bouwplan voorziet in de bouw van een geheel nieuwe woning op het perceel, op een andere plaats dan waar het café/woonhuis was gesitueerd.
2.2. In hoger beroep is uitsluitend in geding of artikel 10.1.7 van de voorschriften van het bestemmingsplan "Horstlanden-Veldkamp" van toepassing is. Ingevolge dit artikel, voor zover hier van belang, geldt voor vervangende nieuwbouw een aantal aanvullende bepalingen. [appellanten] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de bouw van de nieuwe woning niet kan worden aangemerkt als vervangende nieuwbouw, maar als het toevoegen van een woning.
2.2.1. De nieuwe woning is voorzien op een andere plaats op het perceel dan waar het café/woonhuis was gesitueerd. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen is op grond van de planvoorschriften voor het toevoegen van een woning, het slopen van een reeds bestaande woning/hoofdgebouw niet vereist. De planvoorschriften geven niet aan wat het maximum aantal toegestane hoofdgebouwen op het perceel is. De bebouwde oppervlakte van het perceel vindt slechts zijn begrenzing in het in artikel 10.1.3, aanhef en onder b, opgenomen bebouwingspercentage. De omstandigheid dat het voormalige café/woonhuis is gesloopt is derhalve niet van belang voor de vraag of sprake is van vervangende nieuwbouw in de zin van artikel 10.1.7. Nieuwbouw had ook kunnen plaatsvinden zonder sloop van het voormalige café/woonhuis, zodat artikel 10.1.7 in dit geval toepassing mist. Dat het bouwplan voor [appellanten] persoonlijk vervanging van het voormalige café/woonhuis betekent, maakt dat niet anders. De planologische situatie is bepalend bij toetsing van het bouwplan.
Het betoog faalt.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.
w.g. Bijloos w.g. Van der Maesen de Sombreff
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2008
190-567.