ECLI:NL:RVS:2008:BF0990

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800260/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering bouwvergunning voor vervanging buitenkozijnen in Amsterdam

In deze zaak heeft de Raad van State op 17 september 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de vereniging Stadgenoot, voorheen de Algemene Woningbouw Vereniging, tegen het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum. De zaak betreft de weigering van het dagelijks bestuur om een lichte bouwvergunning te verlenen voor het vervangen van houten kozijnen met enkel glas door kunststof kozijnen met dubbele beglazing voor de panden Oudeschans 31 A-F en 33 A-F te Amsterdam. Het dagelijks bestuur had op 3 oktober 2003 besloten om de vergunning te weigeren, en dit besluit werd later door de rechtbank Amsterdam in een eerdere uitspraak bevestigd.

De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het dagelijks bestuur zich op het standpunt heeft mogen stellen dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het dagelijks bestuur het advies van de welstandscommissie aan zijn besluit ten grondslag mocht leggen, omdat de Algemene Woningbouw Vereniging geen tegenadvies van een onafhankelijke deskundige had overgelegd. Stadgenoot betoogde dat het dagelijks bestuur onvoldoende had gemotiveerd waarom het de vergunning niet wilde verlenen, maar de Raad van State oordeelde dat het dagelijks bestuur voldoende had aangetoond dat er alternatieven waren die wel aan de welstandseisen voldeden.

De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. De beslissing van het dagelijks bestuur om de bouwvergunning te weigeren werd daarmee bekrachtigd. De Raad van State concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200800260/1.
Datum uitspraak: 17 september 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging Stadgenoot, voorheen de vereniging Algemene Woningbouw Vereniging, gevestigd te Amsterdam,
appellante,
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/6184 van de rechtbank Amsterdam van 3 december 2007 in het geding tussen:
De Algemene Woningbouw Vereniging
en
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum.
1. Procesverloop
Bij besluit van 3 oktober 2003 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum (hierna: het dagelijks bestuur) geweigerd de vereniging Algemene Woningbouw Vereniging (hierna: Algemene Woningbouw Vereniging) een lichte bouwvergunning te verlenen voor het veranderen en vernieuwen van buitenkozijnen van het pand Oudeschans 31 A-F en 33-A-F te Amsterdam.
Bij besluit van 13 april 2004 heeft het dagelijks bestuur het daartegen door de Algemene Woningbouw Vereniging gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 5 juli 2005 heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen door de Algemene Woningbouw Vereniging ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 10 mei 2006 in zaak nr.
200507564/1heeft de Afdeling het daartegen door de Algemene Woningbouw Vereniging ingestelde hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank van 5 juli 2005 vernietigd, het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van het dagelijks bestuur van 13 april 2004 vernietigd.
Bij besluit van 14 november 2006 heeft het dagelijks bestuur het door de Algemene Woningbouw Vereniging daartegen gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 3 december 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door de Algemene Woningbouw Vereniging daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de Algemene Woningbouw Vereniging bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 10 januari 2008, hoger beroep ingesteld.
Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
Stadgenoot, de rechtsopvolger van de Algemene Woningbouw Vereniging, heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partij toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 september 2008, waar Stadgenoot, vertegenwoordigd door mr. W.F. Roelink, advocaat te Hoofddorp, bijgestaan door R. Groenhuyzen en mr. D.A.I. Damsma, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. T. Ruhnke, ambtenaar in dienst van het stadsdeel, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het bouwplan voorziet in het vervangen van houten kozijnen met enkel glas van het pand Oudeschans 31 A-F en 33 A-F te Amsterdam door kunststof materiaal met dubbele beglazing.
2.2. De Afdeling heeft bij uitspraak van 10 mei 2006 in zaak nr.
200507564/1overwogen dat de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld dat het dagelijks bestuur het advies van de welstandscommissie van 1 oktober 2003 aan het besluit van 13 april 2004 ten grondslag mocht leggen, nu de Algemene Woningbouw Vereniging geen tegenadvies van een onafhankelijke deskundige heeft overgelegd en niet is gebleken dat het welstandsadvies van 1 oktober 2003 naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont dat het dagelijks bestuur het niet aan zijn oordeel omtrent de welstand ten grondslag heeft mogen leggen. Hiermee staat vast dat het dagelijks bestuur zich op het standpunt heeft mogen stellen dat het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand. Hetgeen Stadgenoot heeft aangevoerd met betrekking tot de vraag of het bouwplan in strijd is met redelijke eisen van welstand en de Welstandsnota 2006 is daarom niet aan de orde.
2.3. Stadgenoot betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het dagelijks bestuur terecht heeft geweigerd de gevraagde bouwvergunning te verlenen. Daartoe voert zij aan dat het dagelijks bestuur onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het niet bereid is om voor het bouwplan, ondanks dat het in strijd is met redelijke eisen van welstand, bouwvergunning te verlenen. Volgens haar had het dagelijks bestuur de gevraagde bouwvergunning moeten verlenen, omdat het niet mogelijk is dubbele beglazing in het pand aan te brengen op een andere wijze dan die waarin het bouwplan voorziet.
2.3.1. Het dagelijks bestuur heeft in zijn besluit van 14 november 2006 uiteengezet dat het plaatsen van houten kozijnen met dubbele beglazing, een uitvoering die voldoet aan redelijke eisen van welstand, in dit geval eveneens mogelijk is. Het dagelijks bestuur heeft zich daarbij gebaseerd op de verklaring van P. de Ley, de architect van het pand, tijdens de hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie van 26 september 2006.
Stadgenoot heeft niet aannemelijk gemaakt dat de verklaring van P. de Ley, voornoemd, gestelde betrekking had op een ander pand. Uit het verslag van de hoorzitting van 26 september 2006 blijkt dat niet. Met de enkele verwijzing naar de overwegingen in het besluit van het dagelijks bestuur van 3 oktober 2003 heeft Stadgenoot voorts niet aannemelijk gemaakt dat een bouwplan dat voorziet in het plaatsen van houten kozijnen met dubbele beglazing niet aan redelijke eisen van welstand kan voldoen, nu dit besluit betrekking heeft op een bouwplan dat voorziet in het vervangen van houten kozijnen door kunststof materiaal met dubbele beglazing.
De rechtbank heeft terecht geen grond gezien voor het oordeel dat het dagelijks bestuur onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het niet bereid is gebruik te maken van zijn bevoegdheid om bouwvergunning te verlenen ondanks strijd met redelijke eisen van welstand. De rechtbank is, gelet op artikel 44, derde lid, gelezen in samenhang met artikel 44, eerste lid, aanhef en onder d, van de Woningwet, derhalve terecht tot het oordeel gekomen dat het dagelijks bestuur terecht de gevraagde bouwvergunning heeft geweigerd.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Lodder, ambtenaar van Staat.
w.g. Bijloos w.g. Lodder
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2008
17-499.