ECLI:NL:RVS:2008:BE9702

Raad van State

Datum uitspraak
3 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200708353/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • D.A.C. Slump
  • G.J. van Muijen
  • P.B.M.J. van der Beek-Gillessen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving van bouwvoorschriften met betrekking tot billboards in Amsterdam

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de besloten vennootschap Poster Vision Outdoor Media B.V. tegen een besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel De Baarsjes van de gemeente Amsterdam. Het dagelijks bestuur had op 26 januari 2006 de vennootschap gelast om twee billboards te verwijderen, onder oplegging van een dwangsom. Poster Vision stelde dat het dagelijks bestuur niet bevoegd was om handhavend op te treden, omdat de billboards al in de jaren tachtig waren opgehangen en onder het overgangsrecht van het stadsvernieuwingsplan 'Admiralenbuurt' zouden vallen. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van Poster Vision gegrond voor het billboard aan de Admiraal de Ruijterweg 161, maar ongegrond voor het billboard aan de Admiraal de Ruijterweg 162. Zowel Poster Vision als het dagelijks bestuur gingen in hoger beroep tegen deze uitspraak.

De Raad van State oordeelde dat het billboard aan de Admiraal de Ruijterweg 162 een bouwwerk is waarvoor een bouwvergunning vereist is, en dat het dagelijks bestuur bevoegd was om handhavend op te treden. Het beroep van Poster Vision werd ongegrond verklaard, omdat er geen concreet zicht op legalisatie bestond. Het dagelijks bestuur had terecht de last onder dwangsom opgelegd. Voor het billboard aan de Admiraal de Ruijterweg 161 oordeelde de Raad dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het billboard onder het overgangsrecht viel. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank voor dit onderdeel en verklaarde het beroep van Poster Vision ongegrond. Het besluit van het dagelijks bestuur van 29 januari 2008 werd vernietigd, omdat de grondslag daarvoor was komen te vervallen. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 3 september 2008.

Uitspraak

200708353/1.
Datum uitspraak: 3 september 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op de hoger beroepen van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Poster Vision Outdoor Media B.V., gevestigd te Amsterdam,
2. het dagelijks bestuur van het stadsdeel De Baarsjes van de gemeente Amsterdam,
appellanten,
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/5184 van de rechtbank Amsterdam van 18 oktober 2007 in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Poster Vision Outdoor Media B.V.,
en
het dagelijks bestuur van het stadsdeel De Baarsjes van de gemeente Amsterdam.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 januari 2006 heeft het dagelijks bestuur van het stadsdeel De Baarsjes van de gemeente Amsterdam (hierna: het dagelijks bestuur) de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Poster Vision Outdoor Media B.V. (hierna: Poster Vision) onder oplegging van een dwangsom gelast het billboard op de zijgevel van het pand Admiraal de Ruijterweg161/ hoek Jan van Galenstraat en het billboard op de zijgevel van het pand Admiraal de Ruijterweg 162/hoek Jan van Galenstraat te verwijderen en verwijderd te houden.
Bij besluit van 12 september 2006 heeft het dagelijks bestuur het door Poster Vision daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 18 oktober 2007, verzonden op 22 oktober 2007, heeft de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) het door Poster Vision daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, voor zover het dagelijks bestuur Poster Vision heeft gelast het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 161 te verwijderen en verwijderd te houden, het besluit van 12 september 2006 in zoverre vernietigd en het dagelijks bestuur opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben Poster Vision bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 november 2007, en het dagelijks bestuur bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 30 november 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep van het dagelijks bestuur zijn aangevuld bij brief 19 december 2007. De gronden van het hoger beroep van Poster Vision zijn aangevuld bij brieven van 29 december 2007 en 2 januari 2008.
Bij besluit van 29 januari 2008 heeft het dagelijks bestuur, naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank, het door Poster Vision tegen het besluit van 26 januari 2006 gemaakte bezwaar, voor zover dit zag op het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 161, gegrond verklaard en dit besluit in zoverre ingetrokken.
Het dagelijks bestuur en Poster Vision hebben nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 juli 2008, waar Poster Vision, vertegenwoordigd door mr. H.A. Sarolea, advocaat te Amsterdam en [gemachtigde], en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. M.E. Hageman, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De in geding zijnde billboards bestaan uit stalen borden met wissellijsten ten behoeve van reclame-uitingen. Deze borden zitten vast aan strips die zijn bevestigd in de zijgevels van beide panden.
Ten aanzien van het hoger beroep van Poster Vision
2.2. Het hoger beroep van Poster Vision richt zich uitsluitend op het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 162.
2.3. Poster Vision betoogt dat het dagelijks bestuur niet bevoegd was handhavend op te treden. Zij voert daartoe aan dat het billboard reeds in de jaren tachtig is opgehangen en derhalve onder de werking valt van het overgangsrecht van het ter plaatse geldende stadsvernieuwingsplan "Admiralenbuurt". Daarnaast is volgens Poster Vision slechts sprake van veranderingen die dienen te worden aangemerkt als gewoon onderhoud dan wel veranderingen van niet-ingrijpende aard, zodat daarvoor geen bouwvergunning is vereist.
2.3.1. Dit betoog faalt. Het billboard is een bouwwerk voor de oprichting waarvan een bouwvergunning is vereist. Vast staat dat deze nooit is verleend zodat het dagelijks bestuur bevoegd was terzake handhavend op te treden. Het door Poster Vision gedane beroep op het overgangsrecht kan niet leiden tot een ander oordeel. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 9 februari 2005 in zaak nr.
200405056/1verschaft het overgangsrecht geen bouwvergunning vervangende titel en wordt het desbetreffende bouwwerk daardoor evenmin anderszins gelegaliseerd. Daarenboven is het besluit van 12 september 2006 niet gebaseerd op strijdigheid met het bestemmingsplan, zodat de toepasselijkheid van het overgangsrecht in zoverre niet relevant is.
De rechtbank is, zij het op andere gronden, tot de juiste conclusie gekomen dat het dagelijks bestuur bevoegd was handhavend op te treden tegen het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 162.
2.4. Voor zover Poster Vision betoogt dat het dagelijks bestuur ten onrechte uitsluitend haar heeft aangeschreven en niet de eigenaar van het pand waaraan de strips zijn bevestigd, geldt dat als overtreder in de zin van artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht slechts is aan te merken degene die het te handhaven voorschrift daadwerkelijk schendt. Vast staat dat Poster Vision het billboard zonder de daarvoor vereiste bouwvergunning aan de strips op het pand Admiraal de Ruijterweg 162 heeft bevestigd, zodat het dagelijks bestuur bevoegd was (uitsluitend) jegens haar handhavend op te treden.
2.5. Het betoog van Poster Vision dat zij de last niet kan uitvoeren omdat de eigenaar van het pand, waarop het billboard is bevestigd, toestemming dient te verlenen om de aan de zijgevel bevestigde strips te verwijderen, faalt reeds hierom omdat de opgelegde last er toe strekt het billboard - het stalen bord met wissellijst - te verwijderen en niet de strips waaraan dit billboard is bevestigd.
2.6. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
2.6.1. Anders dan Poster Vision betoogt is de rechtbank terecht tot het oordeel gekomen dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat nu over het billboard een negatief welstandsadvies is uitgebracht, het dagelijks bestuur aan dit advies doorslaggevende betekenis toekent en op voorhand niet is gebleken dat hij dit niet had mogen doen vanwege gebreken in de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan.
Verder betekent het aanbod van Poster Vision om de oude houten lijst, die zij heeft vervangen door een aluminium lijst, terug te plaatsen evenmin dat concreet zicht op legalisatie bestaat. Dit aanbod laat immers onverlet dat het billboard zonder de daarvoor vereiste bouwvergunning op de gevel is geplaatst. Poster Vision kan dan ook niet worden gevolgd in haar standpunt dat het dagelijks bestuur op dat punt onvoldoende onderzoek heeft gedaan.
2.6.2. Met betrekking tot het financiële belang is van de zijde van Poster Vision, ondanks herhaalde verzoeken daartoe, onvoldoende aangetoond en gespecificeerd dat de uitvoering van de last leidt tot een zodanig financieel nadeel, dat de last in redelijkheid niet had kunnen worden opgelegd. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het dagelijks bestuur hierin geen aanleiding behoefde te zien om van handhaving af te zien.
2.7. Het hoger beroep van Poster Vision is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank dient, voor zover deze betrekking heeft op het besluit van het dagelijks bestuur tot het opleggen van een last onder de dwangsom ten aanzien van het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 162, te worden bevestigd, met verbetering van de gronden waarop deze rust.
Ten aanzien van het hoger beroep van het dagelijks bestuur
2.8. Het hoger beroep van het dagelijks bestuur richt zich uitsluitend tegen het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 161.
2.9. Het dagelijks bestuur betoogt dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat het billboard overgangsrechtelijke bescherming toekomt en hij daarom niet bevoegd was daartegen handhavend op te treden.
2.9.1. Dit betoog slaagt. Vast staat dat het billboard in ieder geval in de jaren tachtig zonder de daarvoor vereiste bouwvergunning op de zijgevel is bevestigd, zodat het dagelijks bestuur bevoegd was daartegen handhavend op te treden. De vraag of het billboard al dan niet is vernieuwd behoeft in dit verband dan ook geen beantwoording. De rechtbank heeft dit niet onderkend.
2.10. Het hoger beroep van het dagelijks bestuur is gegrond. De uitspraak van de rechtbank dient te worden vernietigd, voor zover deze betrekking heeft op het opleggen van een last onder de dwangsom ten aanzien van de billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 161. Nu in beroep bij de rechtbank, ten aanzien van beide billboards, voor zover nog relevant, dezelfde gronden zijn aangevoerd en gelet op hetgeen onder 2.4 tot en met 2.6.2 is overwogen, zal de Afdeling - doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen - het beroep tegen het besluit van 12 september 2006, voor zover daarbij het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom ten aanzien van het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 161 is gehandhaafd, alsnog ongegrond verklaren.
2.11. Bij besluit van 29 januari 2008 heeft het dagelijks bestuur, gevolg gevend aan de aangevallen uitspraak, opnieuw op het bezwaar van Poster Vision tegen het besluit van 26 januari 2006 beslist, dit bezwaar, voor zover dit ziet op het billboard aan het pand Admiraal de Ruijterweg 161, gegrond verklaard en dit besluit in zoverre ingetrokken. Gelet op de artikelen 6:18 en 6:19, in samenhang met artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht, is het besluit van 29 januari 2008 mede aan het oordeel van de Afdeling onderworpen.
Uit het voorgaande volgt dat aan het besluit van 29 januari 2008, dat ter uitvoering van de deels vernietigde uitspraak is genomen, de grondslag is komen te ontvallen. Om deze reden zal de Afdeling dat besluit vernietigen.
2.12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het hoger beroep van het dagelijks bestuur gegrond;
II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam in zaak
nr. 06/5184, voor zover deze betrekking heeft op beroep van
Poster Vision ten aanzien van de last onder dwangsom met betrekking tot het billboard aan het pand Admiraal de Ruiterweg 161;
III. verklaart het door Poster Vision bij de rechtbank ingestelde beroep in zoverre ongegrond;
III. bevestigt de uitspraak voor het overige;
IV. vernietigt het besluit van het dagelijks bestuur 29 januari 2008, kenmerk 08-DV006.
Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. G.J. van Muijen en mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.B. van der Maesen de Sombreff, ambtenaar van Staat.
w.g. Slump w.g. Van der Maesen de Sombreff
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 3 september 2008
190-552.