ECLI:NL:RVS:2008:BE9686

Raad van State

Datum uitspraak
26 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200804171/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P.A. Offers
  • H.W. Groeneweg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie

In deze zaak heeft de Raad van State op 25 augustus 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag was op 28 maart 2007 door de staatssecretaris van Justitie afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, die op 9 mei 2008 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 9 juni 2008 is ingediend.

De Raad van State heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de argumenten die in het hoger-beroepschrift zijn aangevoerd, niet voldoende zijn om de eerdere uitspraak van de rechtbank te vernietigen. De aangevoerde punten waren niet van zodanige aard dat zij vragen opriepen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming in het algemeen beantwoording behoefden. Daarom heeft de Raad van State besloten om het hoger beroep kennelijk ongegrond te verklaren en de uitspraak van de rechtbank te bevestigen.

De beslissing werd genomen door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarbij mr. P.A. Offers als lid van de enkelvoudige kamer de uitspraak heeft vastgesteld, in tegenwoordigheid van mr. H.W. Groeneweg, ambtenaar van Staat. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200804171/1.
Datum uitspraak: 25 augustus 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant],
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/18042 van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, van 9 mei 2008 in het geding tussen:
[appellant]
en
de staatssecretaris van Justitie.
1. Procesverloop
Bij besluit van 28 maart 2007 heeft de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris) een aanvraag van [appellant] (hierna: de vreemdeling) om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 9 mei 2008, verzonden op 13 mei 2008, heeft de rechtbank ’s-Gravenhage, nevenzittingsplaats Amsterdam, het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 9 juni 2008, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
2. Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en voldoet aan het bepaalde in artikel 85, eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, kan niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, wordt, gelet op artikel 91, tweede lid, van deze wet, met dat oordeel volstaan.
2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. H.W. Groeneweg, ambtenaar van Staat.
w.g. Offers w.g. Groeneweg
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 augustus 2008
218-565.