ECLI:NL:RVS:2008:BE9298

Raad van State

Datum uitspraak
27 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800783/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.Ph.J.A.M. Hennekens
  • D. van Leeuwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit van college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel inzake revisievergunning veehouderij

Op 18 december 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel een revisievergunning voor een veehouderij aan [locatie 1] en [locatie 2] te [plaats]. Dit besluit werd op 24 december 2007 ter inzage gelegd. [appellant] heeft op 29 januari 2008 beroep ingesteld tegen dit besluit. Het college heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige kamer. De zitting vond plaats op 8 augustus 2008, waar het college vertegenwoordigd was door mr. M. Jovic en M. van Gils, en vergunninghoudster was vertegenwoordigd door [gemachtigde].

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat volgens artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht alleen die milieugevolgen aan de orde kunnen worden gesteld waarover een zienswijze is ingediend. Aangezien [appellant] geen zienswijzen heeft ingediend met betrekking tot ammoniakschade, werd deze beroepsgrond niet-ontvankelijk verklaard. [appellant] stelde verder dat de aanvraag om revisievergunning een opstap was voor de bouw van een nieuwe varkensstal, maar de Afdeling oordeelde dat deze kwestie niet aan de orde was in het bestreden besluit.

De beroepsgrond over handhaving van de oude stallen werd eveneens afgewezen, omdat deze niet betrekking had op de rechtmatigheid van het besluit. Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het beroep, voor zover ontvankelijk, ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin op 27 augustus 2008.

Uitspraak

200800783/1.
Datum uitspraak: 27 augustus 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 december 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel (hierna: het college) aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een veehouderij aan [locatie 1] en [locatie 2] te [plaats]. Dit besluit is op 24 december 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 29 januari 2008, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 augustus 2008, waar het college, vertegenwoordigd door mr. M. Jovic en M. van Gils, beiden werkzaam bij de gemeente, is verschenen. Voorts is vergunninghoudster, vertegenwoordigd door [gemachtigde], als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Uit artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht vloeit voort dat in beroep slechts categorieën milieugevolgen als besluitonderdelen aan de orde kunnen worden gesteld waarover een zienswijze naar voren is gebracht, tenzij het niet naar voren brengen van een zienswijze appellant redelijkerwijs niet kan worden verweten
[appellant] heeft geen zienswijzen naar voren gebracht met betrekking tot ammoniakschade. Nu niet is gebleken dat redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hierover geen zienswijzen naar voren zijn gebracht, is de hierop betrekking hebbende beroepsgrond
niet-ontvankelijk.
2.2. [appellant] voert aan dat de aanvraag om revisievergunning een opstap is voor de bouw van een nieuwe varkensstal in de toekomst.
2.2.1. Uit het stelsel van de Wet milieubeheer volgt dat het bevoegde gezag dient te beslissen op de aanvraag zoals die is ingediend. Een nieuwe varkensstal wordt niet in de aanvraag vermeld en is ook niet vergund. Voor zover [appellant] vreest dat deze stal wel zal worden gebouwd betreft het een kwestie van handhaving en heeft deze beroepsgrond geen betrekking op de rechtmatigheid van het bestreden besluit. De beroepsgrond faalt.
2.3. [appellant] voert aan dat het college ten onrechte niet tot handhaving overgaat betreffende het stallen van varkens in de oude stallen.
2.3.1. Deze beroepsgrond heeft geen betrekking op de rechtmatigheid van het onderhavige besluit en kan om die reden niet slagen. De beroepsgrond faalt.
2.4. Het beroep is, voor zover ontvankelijk, ongegrond.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I. verklaart het beroep voor zover het betrekking heeft op ammoniakschade niet-ontvankelijk;
II. verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D. van Leeuwen, ambtenaar van Staat.
w.g. Hennekens w.g. Van Leeuwen
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 augustus 2008
373-570.