ECLI:NL:RVS:2008:BE9276

Raad van State

Datum uitspraak
21 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200805540/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • D.A.B. Montagne
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke vrijstelling voor gebruik pand als jongerenontmoetingscentrum in Amerongen

Op 22 april 2008 verleende het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug tijdelijke vrijstelling aan de Woningbouwvereniging Amerongen voor het gebruik van een pand aan de Industrieweg Noord 20 te Amerongen als jongerenontmoetingscentrum. Grepu Vastgoed B.V. heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 14 augustus 2008 behandeld. Grepu was vertegenwoordigd door mr. T.A. Timmermans, terwijl het college werd vertegenwoordigd door wethouder E. van Oostrum en mr. R.J. Lievaart. De woningbouwvereniging was ook aanwezig, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. de Laat en J.I.F. Broekhuizen.

De voorzitter oordeelde dat het verzoek om schorsing van het besluit van 22 april 2008 niet werd toegewezen. De voorzitter merkte op dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Er waren geen aanwijzingen dat de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in de bodemprocedure niet in stand zou blijven. De voorzitter concludeerde dat er geen redenen waren om aan te nemen dat de tijdelijke vrijstelling voor het gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum niet mocht worden verleend. Er was geen bewijs van overlast door jongeren en de veiligheidsaspecten met betrekking tot een nabijgelegen gassenhandel werden als niet relevant beschouwd. Gezien de betrokken belangen, waaronder het maatschappelijk belang van een ruimte voor jongerenactiviteiten, werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De beslissing werd openbaar uitgesproken op 21 augustus 2008, waarbij de voorzitter en de ambtenaar van Staat, mr. D.A.B. Montagne, aanwezig waren. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

200805540/2.
Datum uitspraak: 21 augustus 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grepu Vastgoed B.V., gevestigd te Amerongen,
verzoekster,
tegen de uitspraak in de zaken nrs. 08/1347 en 08/1348 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht van 2 juli 2008 in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grepu Vastgoed B.V.
en
het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug.
1. Procesverloop
Bij besluit van 22 april 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug (hierna: het college) aan de Woningbouwvereniging Amerongen (hierna: de woningbouwvereniging) tijdelijke vrijstelling verleend voor het gebruiken van een pand gelegen aan de Industrieweg Noord 20 te Amerongen (hierna: het pand) als jongerenontmoetingscentrum.
Bij uitspraak van 2 juli 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht (hierna: de voorzieningenrechter) het door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grepu Vastgoed B.V. (hierna: Grepu) daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Grepu bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 juli 2008, hoger beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 juli 2008, heeft Grepu de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 augustus 2008, waar Grepu, vertegenwoordigd door mr. T.A. Timmermans, advocaat te Rhenen, en [directeur], en het college, vertegenwoordigd door E. van Oostrum, wethouder van de gemeente, en mr. R.J. Lievaart, zijn verschenen.
Voorts is ter zitting als partij gehoord de woningbouwvereniging, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. de Laat, advocaat te Utrecht, en J.I.F. Broekhuizen.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het verzoek strekt ertoe het besluit van 22 april 2008 te schorsen en het gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum, welk gebruik reeds is aangevangen, te beëindigen.
2.3. Besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt te meer, indien zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het besluit in stand heeft gelaten.
In hetgeen door Grepu naar voren is gebracht, is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat geen vrijstelling voor het tijdelijk gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum mocht worden verleend. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat voorshands geen aanknopingspunten zijn te vinden voor het oordeel dat de tijdelijkheid van de afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan onvoldoende is gewaarborgd. Daarbij wordt overwogen dat inmiddels het voorontwerp van het bestemmingsplan "Allemanswaard Amerongen" gereed is, waarin een multifunctioneel centrum is opgenomen en waarnaar het jongerenontmoetingscentrum zal worden verplaatst. Voorts is blijkens de gedingstukken subsidie verleend voor voormeld multifunctioneel centrum.
Niet gebleken is van de door Grepu gestelde overlast door jongeren op het bedrijventerrein als gevolg van het gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum. Wat betreft de door Grepu opgeworpen veiligheidsaspecten aangaande de aanwezigheid van een gassenhandel gelegen op de Industrieweg Noord 1B, voor zover tijdig aangevoerd, wordt, gezien de afstand van dit bedrijf tot het jongerencentrum alsmede de door het college daarop ter zitting gegeven toelichting, overwogen dat op voorhand geen reden is aan te nemen dat uit de aanwezigheid van de gassenhandel op het industrieterrein enige beperking zou kunnen voortvloeien voor het bij de vrijstelling toegestane gebruik.
Gelet hierop en de betrokken belangen, waaronder het maatschappelijk belang dat een ruimte voorhanden is waar jongerenactiviteiten kunnen plaatsvinden, bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Montagne
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2008
374.